Kabinet: inburgeringsplicht Turkse nieuwkomer
Turken die naar Nederland komen, krijgen mogelijk de plicht om in te burgeren. Het kabinet laat die wens van de Tweede Kamer onderzoeken.
Verantwoordelijk minister Wouter Koolmees zegt hoopvol te zijn, maar benadrukt tegelijkertijd dat het juridisch ingewikkeld is. Onder meer regeringspartijen D66 en CDA dringen aan op een inburgeringsplicht.
Een verplichte inburgeringscursus voor Turken is nu nog in strijd met een verdrag tussen de Europese Unie en Turkije uit de jaren zestig. Maar dat zou geen probleem meer hoeven te zijn, door bijvoorbeeld maatwerk toe te passen.
De laatste jaren hebben aanzienlijk meer Turken een asielvergunning gekregen in Nederland, benadrukt de minister. De Kamer wil dat de nieuwkomers Nederlands leren spreken en mee kunnen doen aan de samenleving.
Het is de bedoeling om de inburgeringsplicht voor Turken in te voeren samen met de nieuwe manier van inburgering voor alle nieuwkomers vanaf 2021. Gemeenten moeten daarvoor aan de bak. Het wordt hun taak ervoor te zorgen dat migranten zo snel mogelijk de Nederlandse taal leren en aan het werk gaan, meldt Koolmees aan de Kamer. Nu moeten nieuwkomers nog vrijwel alles zelf regelen.
Al in asielzoekerscentra kan worden begonnen met de inburgering. De overheid trekt extra geld uit voor het nieuwe manier van inburgering. Gemeenten die goed bezig zijn, krijgen een financiële beloning. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft echter nog veel vragen over het prijskaartje dat aan de nieuwe taken hangt en ligt dwars. Minister Koolmees zegt te hopen dat hij snel weer met de VNG kan overleggen.
VluchtelingenWerk Nederland betwijfelt of Koolmees er goed aan doet gemeenten veel vrijheid te geven bij de wijze waarop zij het inburgeringsbeleid straks gaan uitvoeren. „Het gevaar hiervan is dat er grote kwaliteitsverschillen tussen gemeenten ontstaan, en de kans op een succesvolle integratie van nieuwkomers afhangt hun woonplaats. Die kunnen zij vaak niet zelf kiezen.”