In de Golfregio is Oman de laatste matigende kracht
Het sultanaat Oman fungeerde afgelopen week als belangrijke spil in de communicatie tussen Iran en de Verenigde Staten. De neutrale politiek van het land werpt zijn vruchten af.
De meeste keren dat ik aan de Omaanse kant van de Golf van Oman heb gestaan, zag ik hetzelfde beeld. Een rustige zee, met hier en daar een paar kleine, open vissersbootjes. Daarboven een felle zon in een blauwe lucht, duizend keer weerspiegeld in de golven die breken op het strand.
En als ik me omdraaide: groepjes jonge mannen in smetteloos witte gewaden die hun rondjes over het strand wandelen. Vrouwen in hun zwarte abaya’s die relaxed op een kleed onder een palmboom op de boulevard zitten. Gezinnetjes die een vuurtje op het strand hebben gemaakt en daarboven hun kebabspiezen braden.
Het is vanaf de Omaanse kust moeilijk voor te stellen dat even verderop, in dezelfde Golf van Oman, tankers worden getorpedeerd. Boven de Golf werd afgelopen week zelfs een Amerikaanse drone uit de lucht geschoten.
In Oman lijken de spanningen in de Golfregio ver weg. De meeste inwoners zijn moslims die het ibadisme aanhangen: een vorm van islam die weliswaar zeer traditioneel is, maar tegelijk iets gemoedelijks heeft.
In diezelfde lijn fungeert de Omaanse buitenlandpolitiek al decennialang. Sinds het aantreden van sultan Qaboos in 1970 is Oman altijd zo neutraal mogelijk geweest – op het saaie af.
Oman is met dat beleid een uitzondering. Het land wordt omgeven door haviken. Aan de overkant van de Golf van Oman ligt Iran, met zijn regime van ayatollah’s. In het westen grenst het land aan Jemen, waar een bloedige oorlog wordt uitgevochten. In het noorden deelt het een grens met Saudi-Arabië, dat een belangrijke aanjager is achter de huidige spanningen met Iran. En in het noordoosten heeft het de Verenigde Arabische Emiraten als buren, een land dat net als Saudi-Arabië sterke taal bezigt tegen Iran. In de hele regio is Oman de enige staat die nog met alle regionale partners in gesprek is.
En dus doet het land geen al te stellige uitspraken richting de kroonprins van Saudi-Arabië. Het participeert niet openlijk in de oorlog in Jemen. Het zoekt geen confrontaties met Iran. Het bezigt zelfs geen harde taal richting de Emiraten nadat onlangs bekend werd dat die staat spioneert in Oman.
Het gematigde beleid van Oman werpt nu zijn vruchten af. Vorige week vroegen de Amerikanen om Iran te waarschuwen voor een ophanden zijnde aanval. Kort daarvoor was de Omaanse minister van Buitenlandse Zaken in Teheran om de spanningen te sussen. Oman is de ideale neutrale bemiddelaar.
Laten we wél zijn, Oman moet ook wel. Het heeft economische belangen aan zowel de Iraanse als de Saudische kant en het kan zich moeilijk veroorloven om partners ter linker- of rechterzijde te laten vallen. Het is dus allereerst een strategische keuze om neutraal te zijn.
Dat is echter niet de makkelijkste keuze, nu aan beide kanten de spanningen oplopen en het grijze gebied verdwijnt. De druk op het sultanaat is groot. Toch is het niet logisch om te verwachten dat de sultan van Oman van dit beproefde beleid zal afstappen. En dat is een zegen in tijden van toenemend wapengekletter. De Golfregio beschikt in elk geval nog over één matigende kracht.