Transformatie uitgevers bijna voltooid
De grote Nederlandse uitgevers van een aantal jaren geleden zijn zaterdag de dag nauwelijks meer als zodanig te herkennen. VNU, Reed Elsevier en Wolters Kluwer hebben in een tijdsbestek van zo’n tien jaar het traditionele uitgeven vaarwel gezegd en zijn nieuwe wegen ingeslagen.
Hoewel die wegen anno 2004 van elkaar verschillen, is er nog wel een parallel te trekken. „Ze produceren alledrie informatie die voor professionals, zoals advocaten en accountants, een ”must have” is”, schetst analist Henk Slotboom van F. van Lanschot Bankiers. Daarbij kozen de drie concerns voor internet en elektronische media als verkoopinstrument.
Van de drie ondernemingen maakte VNU de radicaalste gedaantewisseling door. Zo verkocht het bedrijf eind jaren negentig zijn dagbladen aan de toenmalige branchegenoot Wegener.
Vervolgens deed de onderneming in 2001 haar tijdschriften -onder meer Donald Duck, Libelle en Panorama- over aan het Finse mediaconcern SanomaWSOY. In datzelfde jaar verkocht ze ook haar educatieve uitgeverij Malmberg aan de Britse investeringsmaatschappij 3i. Overigens is datzelfde Malmberg vorige maand ingelijfd door SanomaWSOY.
VNU legt zich nu helemaal toe op informatie en onderzoek. Daarmee boekte het concern in de eerste helft van 2004 een winst van 91 miljoen euro op een omzet van 1,8 miljard euro. VNU heeft twee troeven in handen: AC Nielsen (marktonderzoek) en Nielsen Media Research (kijk- en luisteronderzoek). „Ze zijn wereldmarktleider in wat ze doen”, constateert analist Slotboom.
Volgens hem is VNU daarmee verzekerd van toekomstige groei, omdat de behoefte aan marktonderzoek toeneemt. In 2003 werd wereldwijd 752 miljard dollar neergeteld voor marketingactiviteiten, zoals reclame en sponsoring. „Maar er werd slechts 17 miljard dollar uitgegeven om te onderzoeken wat daarvan het effect was. Dat bedrag zal stijgen, omdat organisaties steeds kritischer naar hun kosten kijken”, voorspelt Slotboom.
Daarnaast regeert VNU in de wereld van onderzoek en informatie bijna als een monopolist, meent analist Sander van Oort van effectenbank Stroeve. Wereldwijd concurreert VNU met onderzoeksbureaus als het Duitse GfK, het Amerikaanse IRI en het Britse TNS, maar bijvoorbeeld ook met het Britse reclameconcern WPP.
„Maar ook al zou de concurrentie samenklonteren, dan heeft VNU nog een voorsprong van één à twee jaar. VNU’s grote voordeel is dat ze wereldwijd opereert en vergelijkingen kan maken”, stelt Slotboom.
VNU is vooral actief in onderzoek, maar exploiteert ook beurzen en vakbladen. Donderdag gaf VNU aan vijf vakbladen die de voedingsbranche en winkelsector behandelen, dit jaar te willen verkopen. Een andere tak, de Gouden Gidsen, staat al langer in de etalage. VNU wil niet alleen op eigen kracht groeien, maar speurt tevens naar overnamekandidaten.
„Ik heb een klein lijstje van bedrijven in mijn zak”, zei topman Rob van den Bergh donderdag op de Amerikaanse tv-zender CNBC. „De Verenigde Staten zijn een belangrijke markt voor ons.” Daarnaast is VNU „heel geïnteresseerd in expansie in China, Rusland en Brazilië.”
Terwijl VNU geen Nederlandse concurrent van betekenis heeft, treffen Reed Elsevier en Wolters Kluwer elkaar wel in het strijdperk. Samen met het Canadese Thomson zijn zij de wereldspelers in lesmateriaal voor scholen en vakinformatie voor medici, juristen en financieel specialisten.
Uit de halfjaarcijfers bleek dezer dagen dat het gat tussen Wolters Kluwer en de concurrentie aanzienlijk is. Reed Elsevier rapporteerde een winst van 164 miljoen euro op een omzet van 3,3 miljard euro. Thomson boekte 189 miljoen euro winst bij een omzet van 2,96 miljard euro.
Wolters Kluwer strandde op een omzet van 1,6 miljard euro. Het bedrijf slaagde er wel in zijn verlies van 88 miljoen euro van een jaar eerder om te zetten in een winst van 15 miljoen. Analist Van Oort betwijfelt echter of de grootscheepse reorganisatie, die bestuursvoorzitter Nancy McKinstry heeft ingezet, het tij kan keren. „Wolters Kluwer wil in 2007 een omzetgroei van 3 à 4 procent realiseren, maar de concurrentie groeit nu al harder. Het gat wordt alleen maar groter”, verwacht Van Oort.
Een belangrijke oorzaak van de achterstand is dat Wolters Kluwer langer heeft gewacht met de inzet van internet en elektronische media in haar productontwikkeling. „Terwijl daar juist veel geld mee is te verdienen”, meent Slotboom.
Een voorbeeld: beursgangen, fusies en overnames gaan gepaard met veel tijdrovend papierwerk. „Wolters Kluwer heeft nu software ontwikkeld waarbij je bijvoorbeeld maar één keer een naam hoeft in te vullen. De software zorgt ervoor dat die naam, of andere gegevens, in al die formulieren op de goede plek komt te staan. Dat betekent een besparing in tijd, en daarmee in loonkosten”, beschrijft Slotboom. Anders dan Van Oort denkt hij dat Wolters Kluwer wél kan inlopen op de concurrentie, omdat het bedrijf „goede content” heeft.