Cultuur & boeken

Nicholas Wolterstorff over de spiegel van de liturgie

De manier waarop wij de zondagse eredienst vormgeven zegt veel over de traditie waarin we staan. Maar de liturgie geeft vooral ook antwoord op de vraag Wie de God is Die wij aanbidden.

21 June 2019 15:15Gewijzigd op 16 November 2020 16:20
De liturgie is er niet om onze behoeften te bevredigen, maar om God te aanbidden. beeld Sjaak Verboom
De liturgie is er niet om onze behoeften te bevredigen, maar om God te aanbidden. beeld Sjaak Verboom

In de kerkdienst gebeurt er nogal wat: we zingen en bidden, luisteren naar Schriftlezing en preek, ontvangen de sacramenten en geven onze gaven. Heel gewone handelingen. Maar intussen zeggen we op al die momenten óók iets over hoe we God zien. Blijkbaar is Hij zó aanbiddenswaard, dat we Hem onze lof zingen. Blijkbaar hoort Hij naar ons, zodat we Hem onze noden voorleggen.

Over die „impliciete Godsvoorstelling” in de liturgie heeft de inmiddels 87-jarige Amerikaanse filosoof Nicholas Wolterstorff vier jaar geleden een interessante studie geschreven: ”The God We Worship”. Het boek is nu door Lewis-vertaler Arend Smilde in het Nederlands vertaald.

In zijn studie gaat de christelijke filosoof –Wolterstorff benadrukt dat hij geen theoloog is– op verkenning in de zogenoemde „liturgische theologie.” Volgens hem is er in de gereformeerde traditie –waarin hij zichzelf nadrukkelijk positioneert– altijd veel aandacht geweest voor het beeld van God dat oprijst uit de Schrift en uit de belijdenis van de kerk. Maar de „expliciete en impliciete Godsvoorstelling” van de liturgie heeft nauwelijks aandacht gehad, stelt Wolterstorff. Terwijl juist deze derde dimensie nieuw licht werpt op „de God die wij aanbidden.”

De auteur gaat hierin ver. Volgens hem verschilt zijn „proeve” van liturgische theologie „significant” van Bijbelse en confessionele theologie. Niet dat ze in tegenspraak zou zijn met de beide andere. Maar, „ze haalt dingen voor het voetlicht die bij die andere twee in de schaduw blijven.”

Aanbidding

Waar gaat het Wolterstorff dan om? Kern van zijn betoog is dat we in het geheel van de liturgie God leren kennen als Iemand die het waard is om te aanbidden. Als de gemeente de Heere met ontzag, in eerbied, met dankbaarheid en in vertrouwen tegemoettreedt met gebed en lofprijzing, dan spreekt daaruit dat God de Aanbiddenswaardige is. Zelfs het luisteren naar Schrift en preek en het ontvangen van de zegen ziet de filosoof als een „daad van aanbidding” door de kerkganger.

Wolterstorff gaat nog een stapje verder. Uit de liturgie blijkt volgens hem dat God Zich kwetsbaar opstelt doordat Hij deelneemt aan een „onderlinge aanspraak” met de gemeente. Als wij onze zonden belijden, zegt dat impliciet dat we God onrecht hebben aangedaan. En als Hij Zijn geboden geeft, is er de mogelijkheid dat wij die in de wind slaan. Daarmee stelt Hij zich, aldus de filosoof, kwetsbaar op.

Uitgebreid –en ook wel omslachtig– gaat Wolterstorff in op de onuitgesproken gedachte in de eredienst dat God welwillend naar ons luistert als we samenkomen. Wat zegt het in dit verband bijvoorbeeld van ons Godsbeeld als wij bidden dat Zijn Koninkrijk moge komen? Via de ideeën van de Britse nieuwtestamenticus N. T. Wright komt de auteur tot de conclusie dat al onze gebeden en liederen in het teken staan van en stem geven aan het verlangen naar de komst van het Koninkrijk.

De volgende vraag is wat het precies betekent als we zeggen dat God tot ons spreekt in de eredienst. Opnieuw heeft Wolterstorff veel woorden nodig –via de drie gestalten van het Woord Gods bij Karl Barth– om duidelijk te maken dat er iets heel bijzonders gebeurt in elke liturgie: God verlaagt Zichzelf en verhoogt ons door te luisteren naar wat wij tegen Hem zeggen. Én: Hij verlaagt Zichzelf en verhoogt ons door Zich in de eredienst te laten vertegenwoordigen door de voorganger, zodat wat die mens zegt telt als dat God hier en nu iets tegen ons zegt.

Het laatste punt dat Wolterstorff –in verhouding kort– uit de liturgie naar voren haalt is het avondmaal. De God Die luistert en spreekt schenkt Zichzelf ook weg aan de gemeente in de tekenen van brood en wijn. Die vorm van gemeenschap gaat volgens de filosoof nog veel verder dan de wederzijdse aanspraak. „God verwaardigt zich om in de persoon van Jezus Christus, door de werking van de Heilige Geest, in ons te wonen en te werken.”

Vruchtbaar

Het is de vraag of Wolterstorff gelijk heeft als hij stelt dat hij met zijn „proeve van liturgische theologie” echt nieuwe aspecten toevoegt aan het beeld van God dat uit de Bijbelse en de systematische theologie naar voren komt. Is er echt over de luisterende God weinig geschreven? Bijvoorbeeld in de oudtestamentische wetenschap is dit wel degelijk een thema.

Dat neemt niet weg dat het heel vruchtbaar is om met de bril van Wolterstorff naar onze erediensten te kijken. Welk onuitgesproken beeld van God gaat er achter het geheel van de liturgische handelingen schuil? En wat zeggen alle verschillende onderdelen van de eredienst over de God in Wiens Naam we bijeen zijn? Overigens behandelt Wolterstorff de liturgie niet uitputtend. Ook bijvoorbeeld uit de inzameling van de gaven of de doop komt naar voren hoe we „de God die wij aanbidden” zien.

Tekenend is trouwens dat de auteur zijn uitgangspunt neemt in de orthodoxe liturgieën (gereformeerd, luthers, anglicaans, rooms-katholiek, oosters-orthodox), die al eeuwen oud zijn en de tand des tijds hebben doorstaan. Volgens hem hebben deze traditionele liturgieën een diepte, rijkdom en schoonheid die aan eigentijdse liturgieën vaak ontbreekt. Samenkomsten waarin het vooral begrijpelijk en gezellig moet zijn, worden plat en vormen slechts een „zwakke weerklank van de enorme toewijding en creativiteit die de vroege kerk in haar liturgieën stak.” In dit verband benadrukt Wolterstorff dat de liturgie –die volgens hem uit veel meer dan slechts een preek en een paar liederen bestaat– er niet is om onze behoeften te bevredigen, maar om God te aanbidden.

Dat lijkt me een mooi uitgangspunt om nog eens naar onze erediensten te kijken.

De God die wij aanbidden. Op verkenning in de liturgische theologie, Nicholas Wolterstorff; uitg. Buijten en Schipperheijn; 224 blz.; € 22,90

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer