Schouten: Geen losse plannetjes meer
De transitie naar kringlooplandbouw is een proces van vallen en opstaan, aldus minister Schouten (Landbouw).
Het maandag gepresenteerde plan is bovendien alles behalve een „grote blauwdruk” van welke stappen op welk moment moeten worden gezet.
In het proces is er ruimte voor eigen keuzes, stelde Schouten maandagmiddag op haar ministerie bij de presentatie van het plan om tot kringlooplandbouw te komen.
De minister benadrukte herhaaldelijk dat het niet om haar eigen plannen gaat, maar dat tal van partijen betrokken waren bij het opstellen van de uitwerking. Om dat te onderstrepen, werd een drietal betrokken boeren naar voren gehaald om naast de minister met de zaal in gesprek te gaan over vragen en zorgen die er leven.
Hoewel die vragen en zorgen er onmiskenbaar zijn, levert het realisatieplan positieve reacties op. Boerenbelangenorganisatie LTO Nederland spreekt in een verklaring van een „goede stap richting kringlooplandbouw.” Wel is de invulling van de randvoorwaarden cruciaal, aldus LTO. „Aandacht voor beleidsruimte en economische onderbouwing blijft nodig.”
Verder had LTO gehoopt op „hardere toezeggingen met betrekking tot experimenteerruimte, zodat boeren en tuinders ervaring en expertise op kunnen doen.” Schouten noemde het maandagmiddag „best spannend” dat wordt toegestaan dat ondernemers tijdelijk van regels afwijken. „Laat dat een teken van vertrouwen zijn.”
Toezegging
De bewindsvrouw hoort naar eigen zeggen regelmatig van boeren dat ze niet telkens „met één dingetje” moet komen. De minister deed dan ook de toezegging aan de sector dat gerekend mag worden op „integrale plannen.”
Schouten kwam ook nog even terug op haar uitlatingen over voedselprijzen, die ze maandag in het Algemeen Dagblad deed. De minister stelde dat voedsel te goedkoop is geworden, terwijl het CBS bijna tegelijkertijd meldde dat de voedselprijzen in tien jaar niet zo hard waren gestegen als in de maand mei van dit jaar. Schouten zei dat ze er met het interview op wilde wijzen dat als de eisen aan voedsel hoger worden, het niet zo kan zijn dat boeren hier de prijs voor betalen.
Intussen heeft het ministerie van Schouten onderzoek laten doen naar „de beleving van de transitie naar kringlooplandbouw” onder boeren. Uit de steekproef blijkt allereerst dat de in september gepresenteerde visie 84 procent van de agrarisch ondernemers heeft bereikt. De meerderheid (60 procent) weet echter weinig van de inhoud.
Over de vraag of de visie aansprekend is, zijn de meningen verdeeld: 42 procent vindt van wel, tegenover 37 procent van niet. Geiten- en schapenhouders zijn relatief positief; akkerbouwers juist minder.
Toekomstbestendig
Het overgrote deel van de ondernemers vindt de huidige manier van voedselproductie in Nederland toekomstbestendig (73 procent); 82 procent vindt dit ook van hun eigen productiewijze. Rundveehouders blijken iets minder optimistisch op dit punt.
Veel boeren zijn naar eigen zeggen al bezig met een vorm van kringlooplandbouw: tweederde (69 procent) geeft aan het in enige vorm toe te passen en 15 procent zegt al volledig op deze manier te werken. Verschillende toepassingen worden al door een ruime meerderheid van de agrarisch ondernemers in de praktijk gebracht, zoals het beperken van voedselverlies tijdens de productie, het zuiniger omgaan met grondstoffen en het minimaliseren van energiegebruik voor productie en transport.
Voordelen
Over de economische levensvatbaarheid en praktische realiseerbaarheid van kringlooplandbouw zijn de meningen sterk verdeeld.
Een groot deel van de ondervraagde boeren (43 procent) ziet vooral voordelen van kringlooplandbouw voor hun eigen bedrijf. Een bijna even grote groep (40 procent) ziet echter vooral nadelen. Geiten- en schapenhouders zijn het positiefst; akkerbouwers zien juist vaker nadelen.
Meer waardering en respect van de consument voor het boerenberoep wordt het meest genoemd als voordeel (62 procent). Daarnaast wordt een grotere werkvreugde door ruim de helft genoemd als voordeel.