Buitenland

Mohammed Morsi: voorman van de mislukte Egyptische lente

Mohammed Morsi, de Moslimbroeder die een jaar president was van Egypte, is maandag plotseling overleden tijdens een rechtszitting tegen hem. Hij werd het boegbeeld van de –mislukte– islamistische poging om het land ingrijpend te veranderen.

Jacob Hoekman
17 June 2019 20:55Gewijzigd op 16 November 2020 16:18
Voormalig president Morsi tijdens zijn proces. beeld EPA
Voormalig president Morsi tijdens zijn proces. beeld EPA

Een man met een vriendelijk gezicht en een westers voorkomen, maar tegelijk een islamist die probeerde Egypte in een razend tempo naar zijn hand te zetten. Zie daar de twee gezichten van Mohammed Morsi, de Moslimbroeder die tussen 30 juni 2012 en 3 juli 2013 president was van Egypte.

Sindsdien was hij al eens tot de doodstraf en tot levenslang veroordeeld. Beide processen moesten echter over. Maandag, tijdens een nieuwe zitting tegen hem, stierf hij kort nadat hij als beschuldigde het woord had gevoerd.

In de kooi in de rechtbank van waaruit hij het woord voerde, zakte hij plotseling in elkaar. Mogelijk werd zijn overlijden veroorzaakt doordat hem als diabetespatiënt de juiste zorg werd onthouden, zo stellen mensenrechtenorganisaties.

Arabische Lente

Morsi was de opvolger van Hosni Mubarak – de president die Egypte dertig jaar lang met strakke hand had geleid. Mubarak kwam ten val na aanhoudende en massale protesten in 2011 tegen zijn autoritaire beleid. Die opstanden waren onderdeel van de zogenoemde Arabische Lente die in veel meer Arabische landen om zich heen greep.

Al snel bleek dat de opstanden de politieke islam in de kaart speelden. Bij de eerste vrije verkiezingen, in 2012, werd Morsi gekozen met 52 procent van de stemmen. De in 1951 geboren politicus had zijn wortels op het platteland ten noorden van Caïro en vertelde graag hoe hij als jongen op de rug van een ezel naar school ging.

In 2000 kwam Morsi voor het eerst in het Egyptische parlement. Dat was niet namens de Moslimbroederschap, want die partij mocht onder Mubarak niet vertegenwoordigd zijn in het parlement. Sowieso heeft Egypte een moeizame relatie met de Moslimbroeders, die in dat land in 1928 werd opgericht en ook buiten Egypte een enorme invloed heeft. Eén van de doelen van de Moslimbroederschap is om te komen tot de oprichting van een nieuw kalifaat dat alle moslims in het Midden-Oosten moet verenigen.

Morsi stond daar geheel achter. Al voordat hij president was, verklaarde hij in lijn met de belijdenis van de Moslimbroederschap: „De Koran is onze grondwet, de profeet is onze leider, jihad is ons pad en dood in de naam van Allah is ons doel.” Egypte zou geleid moeten worden volgens de regels van de sharia, vond Morsi.

Nieuwe farao

Toen Morsi de verkiezingen won, was dat voor niet-islamisten dan ook een grote domper. Al snel bleek waarom zijn tegenstanders hem niet zagen zitten. De kersverse president vaardigde een decreet uit waardoor zijn wetten niet konden worden aangevochten. Daardoor kreeg hij haast onbegrensde macht. Hij werd al kort na zijn aantreden „de nieuwe farao” genoemd.

Gigantische tegendemonstraties, groter nog dan een jaar eerder tegen zijn voorganger Mubarak, waren het gevolg. Eind juni 2013 zouden er niet minder dan 14 miljoen demonstranten op de been zijn geweest.

Op dat moment was de maat vol voor het leger, dat altijd al een ambivalente relatie met Morsi had. Begin juli 2013 werd hij aan de kant gezet en gevangen genomen. De nasleep van Morsi’s afzetting ging gepaard met grof geweld. Op 14 augustus 2013 werden op en rond het Rabaaplein in Caïro zo’n duizend pro-Morsi-demonstranten gedood door het Egyptische leger. Human Right Watch concludeerde later dat dit een van de grootste moordpartijen op demonstranten was die in de recente geschiedenis op één dag zijn gepleegd.

Spanningen

Veel koptische christenen hadden het daar moeilijk mee. Een coup mocht het afzetten van Morsi volgens sommigen van hen niet heten, omdat die benaming een negatieve connotatie heeft. Maar een staatsgreep was het wel degelijk. De macht kwam terug waar die voor het tijdperk-Morsi was: bij het leger. De nieuwe president, die het ambt uitoefent op een nog autocratischer wijze dan Mubarak, werd generaal Sisi.

Voor christenen, die in Egypte zo’n tien procent van de bevolking uitmaken, was dat een verademing. Morsi had weliswaar gezegd dat christenen „net zo Egyptisch zijn als ik, en net zoveel rechten hebben op dit vaderland als ik”, maar toch vertrouwden christenen hem niet. Tijdens zijn korte regeerperiode namen de spanningen tussen christenen en salafisten in het land sterk toe. In Caïro maar ook in de meer naar het zuiden gelegen regio Minya gingen diverse kerken in brand – iets wat ook na het tijdperk-Morsi overigens doorging.

Voor de meeste koptische christenen in Egypte is het glashelder: Morsi’s korte ambtsperiode kan het beste genegeerd worden. Sommige kerken doen dat letterlijk, zoals de beroemde Hangende Kerk in Caïro. Naar goed gebruik zijn de koptische pausen allemaal geportretteerd in de kerk, samen met de opeenvolgende presidenten van Egypte. Het is opvallend dat er één president ontbreekt: de Moslimbroeder Morsi, hoewel hij in het ene jaar dat hij president was wel degelijk de koptische paus heeft bezocht.

„Vergeet hem”, zei een christelijke gids daarover. Het tekent de sfeer onder christenen en onder de grote groepen gematigde moslims in Egypte: het tijdperk-Morsi is als een gezwel. De herinnering daaraan doet pijn. Hoe minder er over gesproken wordt, des te beter het is.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer