In strijd om invloed in Sudan doen ook Rusland en de Golfstaten mee
De strijd om de macht in Sudan gaat niet alleen tussen burgerlijke oppositiegroepen en het leger. Op de achtergrond proberen landen als Rusland en Saudi-Arabië de zaken naar hun hand te zetten.
Al direct nadat het Sudanese leger president Omar al-Bashir in april aan de kant schoof, was duidelijk dat de strijd daarmee niet voorbij was. Binnen het leger is het niet allemaal koekoek eenzang, maar tussen het leger en de burgeroppositie botert het al helemaal niet. De onenigheden leidden deze maand tot een breuk tussen beide groepen.
Wat het nog ingewikkelder maakt, zijn de andere landen die op de achtergrond een stempel op de ontwikkelingen proberen te drukken. De Britse krant The Guardian schreef deze week bijvoorbeeld uitgebreid over de Russische pogingen voet aan de grond te krijgen op het Afrikaanse continent. Sudan is daarbij één van de sleutellanden.
Uit een groot aantal gelekte documenten blijkt dat Rusland er veel aan gelegen was Bashir in het zadel te houden. Moskou had veel geïnvesteerd in goede contacten met Bashir en wilde die niet zomaar verliezen. Toen het volk zich vorig jaar serieus begon te roeren tegen de leider, adviseerden Russische specialisten Bashir daarom over politieke en economische hervormingen.
Onderdeel van dit plan was een lastercampagne tegen de demonstranten. CNN meldde eerder al op basis van de documenten dat één van de suggesties was regenboogvlaggen te midden van de betogers te laten wapperen. Een homovriendelijk imago zou de demonstranten in het islamitische Sudan weinig goed doen. Andere tips waren via sociale media te suggereren dat de beweging geld uit Israël ontving en moskeeën aanviel.
CNN meldde dat „veel” bronnen in Sudanese regerings- en militaire kringen bevestigden dat Bashir dergelijke voorstellen van de Russen had ontvangen. Bashir zou begonnen zijn met het uitvoeren ervan, maar te laat: het leger zette hem aan de kant.
Moskou probeert na de val van Bashir zaken met het leger te doen. De Russische regering publiceerde deze maand bijvoorbeeld een overeenkomst met het militair overgangsregime voor een zevenjarige samenwerking op het gebied van defensie.
Naast de Russische bemoeienis valt die van de Golfstaten op. De hoogste man in de Sudanese militaire raad, Abdelrahman Burhan, reisde onlangs met vicevoorzitter Mohamed Hamdan Dagalo, alias Hemedti, naar Saudi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten en Egypte.
Opvallend was dat na terugkeer van het tweetal de strategie ten opzichte van de demonstranten opeens veranderde. Militieleden van de Rapid Support Forces sloegen ze met harde hand uiteen. Daarbij vielen volgens conservatieve schattingen zeker 100 doden. Achter deze Rapid Support Forces zitten volgens ingewijden de gevreesde Janjaweedmilities, die eerder bloedig huishielden in de regio Darfur.
Belangrijk om in dit verband te weten is dat enkele duizenden Janjaweed aan Saudische zijde meevechten in Jemen. De vrees is onder meer dat een burgerregering in Sudan deze Janjaweed uit Jemen zal terugtrekken.
Sudanese burgers voelen zich machteloos te midden van dit schaakspel. Ze roepen terecht om internationale steun. Stop éen zou een onafhankelijk onderzoek naar het bloedige neerslaan van de demonstraties moeten zijn.