VS beschuldigen Teheran van aanval op olietankers
Twee olietankers zijn donderdag aangevallen in de Golf van Oman. De Verenigde Staten beschuldigen Iran, maar Teheran ontkent ten stelligste. Hoe dan ook hebben de incidenten de toch al hoog opgelopen spanningen in het gebied verder verhoogd.
De Amerikaanse marine heeft inmiddels videobeelden verspreid waarop is te zien dat Iraanse militairen een niet ontplofte magnetische mijn van een van de schepen verwijderen. Eerder al verklaarde minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo dat „de willekeurige aanvallen van Iran onderdeel zijn van een campagne om de spanningen in de regio te laten escaleren.” Hij kreeg bijval vanuit Saudi-Arabië, dat ook Iran verdenkt. Een anonieme brond bij het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken liet weten dat ook Londen de conclusies van Pompeo deelt.
Teheran heeft de „belachelijke beschuldigingen” direct van de hand gewezen. Volgens Iran proberen de Verenigde Staten de Islamitische Republiek met de aantijgingen zwart te maken. De Iraanse minister van Buitenlandse Zaken Zarif twitterde donderdag dat de incidenten met de tankers „verdacht” zijn.
Op het moment dat de aanslagen plaatshadden, was de Japanse premier Shinzo Abe in Iran om onder andere over het Iraanse atoomprogramma te praten. Er werd direct op gezinspeeld dat de aanslagen iets met dit bezoek te maken zouden hebben.
De nieuwsberichten over de aanvallen druppelden donderdag in de loop van de morgen binnen. Eensluidend waren ze echter allerminst. Dat er twee tankers in de Golf van Oman in ernstige prolemen waren gekomen, was al spoedig duidelijk. Dat er één schip in brand stond en dat de opvarenden van boord waren gegaan, stond ook vrij snel vast. Maar daarna spraken de verhalen elkaar tegen en buitelden de speculaties over elkaar heen.
De Noorse rederij Frontline bevestigde dat zich donderdagmorgen vroeg aan boord van haar tanker Front Altair, varend onder de vlag van de Marshall Eilanden, een drietal explosies had voorgedaan en dat het vaartuig in brand was gevlogen. De Noorse maritieme autoriteiten spraken later onomwonden van „een aanval.”
Nederlands schip
Het andere schip betreft de Kokuka Courageous, eigendom van het Japanse Kokuka Sangyo en varend onder Panamese vlag. Op het scheepvaartvolgsysteem Marine Traffic was te zien dat het schip donderdagmorgen zo’n 50 kilometer voor de kust van Iran abrupt tot stilstand kwam en daarna stuurloos ronddreef.
Op beide schepen waren in totaal 44 bemanningsleden aanwezig. Zij zouden allemaal van boord zijn gegaan. Maar over hun lot liepen de berichten opnieuw uiteen. De Iraanse autoriteiten verklaarden aanvankelijk dat Iraanse reddingsteams alle opvarenden naar de havenstad Bandar-e-Jask hebben gebracht. Later op de dag werd bekend dat een Nederlands schip van rederij Acta Marine de bemanning van de Kokuka Courageous had opgepikt en dat een Iraans vaartuig de rest in veiligheid had gebracht.
De commandant van de Amerikaanse Vijfde Vloot, die in het gebied patrouilleert, liet weten dat donderdagmorgen vroeg noodsignalen van beide schepen zijn opgevangen en dat Amerikaanse marineschepen naar de plaats van de incidenten zijn gestuurd om assistentie te verlenen.
In mei werden twee Saudische olie-installaties en vier olietankers voor de kust van de Verenigde Arabische Emiraten aangevallen of gesaboteerd. Die schepen lagen voor anker, terwijl de aanvallen van donderdag op volle zee plaatshadden. Bovendien lijken die te zijn uitgevoerd met wapens waarover doorgaans alleen staten de beschikking hebben.
Een deel van die acties van vorige maand is opgeëist door Houthirebellen uit Jemen, die door Iran worden gesteund. Washington wees destijds ook al direct met een beschuldigende vinger naar Teheran, maar Iran ontkende iets met deze aanvallen te maken te hebben.
Wraak
De Verenigde Staten waarschuwen al weken voor aanvallen op Amerikaanse belangen in het Midden-Oosten door Iran of een van zijn bondgenoten. Teheran zou wraak willen nemen voor de aanscherping van de Amerikaanse stafmaatregelen tegen de Islamitische Republiek. Als antwoord stuurde Washington extra marineschepen en bommenwerpers naar de Perzische Golf.
Afgezien van de vrees voor een militaire confrontatie tussen Iran en Amerika, groeit ook de angst dat de aanvoer van olie vanuit de Perzische Golf in gevaar komt. De aanvallen hadden plaats in de buurt van de Straat van Hormuz, waar een vijfde van alle ruwe olie doorheen wordt getransporteerd. Iran benadrukte vrijdag nog eens dat een veilige doorvaart door de zeestraat net essentieel voor Iran is als voor de rest van de wereld. De olieprijzen schoten donderdag als reactie dan ook meteen omhoog met gemiddeld 4 procent per vat ruwe olie.