„Betere deal over pensioen mogelijk”
Zelf wordt Rob van der Leeden financieel niet hard geraakt door het principeakkoord pensioenen. De Elspeter is RMU-lid. Maar als hij FNV-lid zou zijn, stemde hij tegen het pensioenakkoord. Uit solidariteit met de eenverdiener.
Van der Leeden (1963) heeft een echtgenote en een dochter van 16 jaar. De Veluwnaar werkt als ambtenaar bij de gemeente Harderwijk en is eenverdiener. Op het pensioenakkoord valt volgens hem wel het nodige aan te merken.
Wat vindt u van het principeakkoord pensioenen?
„Dat er iets moet gebeuren, staat voor mij buiten kijf. De vergrijzing legt zware druk op het huidige stelsel. Maar het principeakkoord gaat mij –hoewel er nog veel open einden zijn– een stap te ver, zeg ik voorzichtig. Het pensioenstelsel wordt individualistischer, gaat uit van tweeverdienersschap en laat de gedachte van solidariteit tussen groepen los. In het akkoord staat dat het nabestaandenpensioen wordt vereenvoudigd. In de praktijk zal dat erop neerkomen dat deze pensioenen worden uitgekleed. Vooral voor eenverdieners vind ik dat een slechte zaak.
Ik voorzie bij de invoering de nodige praktische problemen. Zo moeten de principeafspraken op sectorniveau nader uitgewerkt worden. Dat zal niet overal even makkelijk gaan, want er moeten lastige knopen worden doorgehakt. Hoe moet het verder als hier en daar patstellingen ontstaan? Groepen die het hardst worden geraakt, komen in aanmerking voor een compensatieregeling. Maar onduidelijk is nog hoe dat moet worden vormgegeven, zeker als desbetreffende pensioenfondsen er niet goed voorstaan. Een andere vraag die nog beantwoord moet worden: wanneer word je gecompenseerd als de verandering je onevenredig zwaar treft? Dat is niet gedefinieerd en zal tot onvrede leiden.”
Wat betekent de huidige deal voor u?
„Zoals het er nu naar uitziet, verwacht ik zonder compenserende maatregelen 8 procent minder pensioen per maand te gaan krijgen. We hebben het dan over zo’n 200 euro bruto per maand, zeg 125 euro netto. Daar staat tegenover dat ik waarschijnlijk minder premie moet gaan betalen, naar verwachting zo’n 15 à 20 euro per maand. Dit laatste levert tot mijn pensioendatum een inkomensvoordeel op van circa 10 euro per maand.
Die 125 euro lager nettepensioen is een bedrag waar ik geen moment wakker van lig. Vergeleken met mensen in arme landen heb ik het dan nog steeds erg goed. Een christen belijdt dat hij op doorreis is en streeft een veel groter goed na dan deze paar euro’s. Verder is goed om bij de dag te leven. Ik kan veel plannen, maar elk moment de boodschap krijgen dat ik ongeneeslijk ziek bent. Zeker dan wordt geld heel relatief.”
Wanneer mag u van uw pensioen gaan genieten?
„Toen ik begon met werken, was de verwachting dat ik op mijn 60e met de vut kon. Op basis van het principeakkoord kan ik met pensioen als ik 67 jaar en 3 maanden ben. De pensioenleeftijd is echter gekoppeld aan de levensverwachting. De Sociale Verzekeringsbank schat in dat ik pas op mijn 68e mag stoppen met werken. Dat vind ik overigens niet erg. Ik ben gezond en ben dankbaar voor het werk dat ik mag doen.
Wel erg vind ik dat de overheid telkens afspraken herziet. Dat maakt haar onbetrouwbaar. Ik bouwde eerst pensioen op in een eindloonregeling. Dat betekent dat je pensioen opbouwt dat is gebaseerd op je laatste loon. Die regeling maakte plaats voor middelloon: voortaan bouwde ik pensioen op dat is gebaseerd op het gemiddelde loon dat ik in tijdens mijn loopbaan verdiende. Jarenlang betaalde ik ook premie voor de vut, maar ook dat werd afgeschaft. Ik heb wel de lasten betaald, maar pluk er niet de vruchten van. Ook andere regelingen kwamen en gingen weer. Het is alsof je telkens de spelregels verandert tijdens het spelen van een wedstrijd. Dat maakt anticiperen heel moeilijk.”
Stel: u bent vakbondslid en mag stemmen over het pensioenakkoord. Voor of tegen?
„Ik ga er door het principeakkoord niet heel hard op achteruit. Maar mensen met lagere inkomens en dan met name de eenverdieners wel. Uit solidariteit met hen zou ik tegenstemmen.”
Volgens de premier is er geen plan B. „Nee” betekent dat de AOW-leeftijd versneld stijgt en pensioenen nog meer worden gekort.
„Mensen angst aanpraten om ze zo achter je plan te krijgen, is niet wijs. Vorig jaar strandde het pensioenoverleg ook, maar uiteindelijk werden de onderhandelingen toch weer opgestart. Dat zal ook nu gebeuren als de vakbondsleden het akkoord afwijzen. Een betere deal, waarin concreet wordt aangegeven wat het een individuele werknemer maximaal mag kosten, móét mogelijk zijn. Er is altijd een plan B.”