Ongelooflijk
Efeze 4:8
„Daarom zegt Hij: Als Hij opgevaren is in de hoogte, heeft Hij de gevangenis gevangengenomen en heeft de mensen gaven gegeven.”
Toen spraken zij in menigerlei talen, dreven duivelen uit, maakten de zieken gezond en de melaatsen rein en wekten de doden op. Dit geschiedde in het begin van de christenheid, omdat de prediking van het Evangelie geheel nieuw en ongehoord was. Indien zij dus aangenomen en geloofd zou worden, dan moest Christus haar door wonderen en menigerlei gaven, onder de gelovigen uitgedeeld, bevestigen. Nu echter geeft Hij, tot aan het einde van de wereld, de Heilige Geest en Zijn gaven niet meer op zo’n wijze als toen, maar Hij schenkt Zijn christenen nu in het verborgen en op onzichtbare wijze.
Maar even weinig als het verstand gelooft dat Christus al onze vijanden –zonde, dood en graf– overwonnen en gevangengenomen heeft, evenmin gelooft het ook dat Christus gaven uitdeelt onder de mensen. Want toen de apostelen op de pinksterdag de Heilige Geest ontvingen, met nieuwe tongen spraken, in Jeruzalem optraden en predikten (zoals ook in geheel Judea, Samaria en later naar Christus’ bevel in de gehele wereld gingen en het Evangelie verkondigden en hun prediking bevestigden met tekenen en wonderen), wie werd zulks toen gewaar?
Maarten Luther, hoogleraar in Wittenberg (”Kerkpostillen III”, 1974)