ECB houdt rente langer op zeer laag niveau
De Europese Centrale Bank (ECB) houdt de rente zeker nog tot en met de eerste helft van volgend jaar op het huidige, zeer lage niveau. Dat is circa een half jaar langer dan eerder gemeld. Daarmee gaf de centrale bank gehoor aan verwachtingen in de markt dat de economie en de inflatie van de eurozone voorlopig nog niet zonder stimulering kunnen.
Achter de schermen is volgens ECB-baas Mario Draghi tevens gepraat over de mogelijkheid om de rentes verder te verlagen, een optie waarvoor bijvoorbeeld de Amerikaanse Federal Reserve open lijkt te staan. Maar zover wilden de beleidsmakers bij de ECB niet gaan. De ECB heeft ook nieuwe ramingen naar buiten gebracht voor de economische groei en inflatie en die verschillen niet heel veel van de eerdere ramingen.
Draghi wees in een toelichting op diverse risico’s voor de eurozone, denk aan de oplopende handelsspanningen en kwetsbaarheden in opkomende markten. Maar tegelijkertijd blijven de toenemende werkgelegenheid en stijgende lonen de economie van het eurogebied en een geleidelijk oplopende inflatie ondersteunen, zo benadrukte hij in Vilnius.
Het rentebesluit vond dit keer plaats in de Litouwse hoofdstad en werd unaniem genomen. Bij de ECB is het traditie om eens per jaar ergens anders te vergaderen dan in het hoofdkantoor in Frankfurt. Draghi’s termijn loopt eind oktober af en de Italiaan heeft sinds hij ECB-president werd in november 2011 nog nooit de rente verhoogd. De toon die het centralebankhoofd aansloeg zorgde ervoor dat de koers van de euro omhoogging.
De herfinancieringsrente blijft 0 procent. Dat betekent dat banken gratis geld kunnen lenen bij de ECB. De depositorente staat op min 0,4 procent. Als banken geld in Frankfurt stallen, leggen ze daar geld op toe. Verder zijn er in Vilnius tarieven bekendgemaakt voor eerder aangekondigde langlopende leningen aan banken, ook wel bekend als TLTRO III.
Consumenten merken de lage rente vooral door de lage de spaar- en hypotheekrente. Het gaat tevens om een hoofdpijndossier voor pensioenfondsen. Die moeten meer geld reserveren om aan hun verplichtingen op lange termijn te kunnen voldoen, waardoor hun financiële positie onder druk is komen te staan.