Coalitie steunt CAO-plan De Geus
De coalitiefracties in de Tweede Kamer steunen het plan van minister De Geus om CAO’s met loonstijgingen niet algemeen verbindend te verklaren voor de gehele bedrijfstak. De oppositie en de sociale partners zijn tegen.
De fracties van CDA, VVD en D66 vinden de maatregel van de minister van Sociale Zaken noodzakelijk om schade aan de economie te voorkomen. Loonsverhogingen vertragen de economische groei en de toename van werkgelegenheid. CDA-kamerlid Verburg vindt de ingreep van De Geus een logisch vervolg op het mislukte overleg tussen kabinet en sociale partners over VUT en prepensioen. De vakbeweging achtte zich daarna niet meer gebonden aan afspraken over loonmatiging. De Geus wil de nullijn nu afdwingen door CAO’s niet algemeen verbindend te verklaren.
D66 zit ook op de CDA-lijn. De VVD staat kritisch tegenover het algemeen verbindend verklaren van de CAO’s voor gehele bedrijfstakken. De fractie steunt het voorstel van De Geus.
De linkse partijen zijn tegen. De PvdA wilde de Kamer van reces terugroepen om over het besluit van De Geus te debatteren, maar dat gaat niet door. De Kamer overlegt nu met De Geus in de eerste week na het reces. Tot die tijd zal het besluit van De Geus niet worden gepubliceerd in de Staatscourant en heeft het nog geen geldingskracht.
LPF-leider Herben verzet zich niet tegen de maatregel, maar hij vindt de timing verkeerd. „Dit kabinet voert een bijna autistisch sociaal-economisch beleid. Én de VUT willen afschaffen én de 40-urige werkweek in willen voeren en ook nog de CAO’s niet meer algemeen verbindend te verklaren is teveel van het goede. Je maakt oorlog met de sociale partners, terwijl je ze juist nodig hebt.”
De Geus kan zich intussen opmaken voor een juridisch gevecht over zijn CAO-beleid. Gesteund door enkele werkgevers ondernemen de vakcentrales FNV, CNV en MHP juridische stappen tegen zijn maatregel om loonsverhogingen in CAO’s niet langer op te leggen aan ongebonden bedrijven. Ongeveer 10 procent van de werknemers werkt bij niet-georganiseerde bedrijven. Zij zullen de dupe zijn van de eventuele blokkade op loonsverhoging.
De vakbonden vinden dat hun onderhandelingsvrijheid met werkgevers wordt aangetast door het kabinet. Ze gaan in ieder geval een klacht indienen bij de internationale arbeidsorganisatie ILO van de Verenigde Naties, wegens schending van verdragen door Nederland. Daarnaast overwegen de bonden de zaak aan te kaarten bij de Raad van Europa en bij de Nederlandse rechter.
Volgens P. Donovan van de ILO duurt een klachtprocedure bij de arbeidsorganisatie ten minste een jaar. Zij vindt de zaak opmerkelijk: „Dit soort klachten tegen staten komen over het algemeen uit Zuid-Amerika, Afrika en Azië.”
Vorige maand hebben VNO-NCW en MKB-Nederland de minister al geschreven dat het maken van CAO-afspraken „ten principale” een verantwoordelijkheid is van werkgevers en vakbonden. Zij gaan ervan uit dat met de bonden nog steeds verantwoorde loonafspraken te maken zijn, ondanks de weigering van de vakbeweging om de lonen te bevriezen. MKB-Nederland ondersteunt de vakcentrales ook „moreel” in hun juridische strijd.