‘Schriftelijk’ volstaat niet in zaak SNS Reaal
Bij het onderzoek naar mogelijk wanbeleid rond de ondergang van SNS Reaal kunnen voormalige bestuurders en commissarissen niet volstaan met schriftelijke beantwoording van vragen. De onderzoekers mogen daarnaast verslagen van de verhoren aan het onderzoeksverslag hechten. Dat heeft de Ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam bepaald.
Het gaat om de slepende zaak van beleggers die bij de nationalisatie van het financiële concern in 2013 met lege handen achterbleven. De Ondernemingskamer besloot eerder tot een zogeheten enquête om alles nog eens goed uit te zoeken. Er was vervolgens veel juridisch gesteggel, onder meer over de verhoren van de betrokkenen.
Het ministerie van Financiën nationaliseerde SNS Reaal in 2013 om te voorkomen dat het concern zou omvallen. Beleggers bleven met lege handen achter omdat hun effecten niets meer waard zouden zijn. Voormalige aandeelhouders en achtergestelde schuldeisers voelden zich gedupeerd en stapten naar de rechter.
De Ondernemingskamer oordeelde al eens dat beleggers te karig waren bedeeld na de nationalisatie. Maar de Hoge Raad stelde later dat dit besluit moest worden heroverwogen. Een wanbeleidprocedure bij de Ondernemingskamer is voor aandeelhouders vaak een belangrijke stap om alsnog een schadevergoeding los te peuteren.
Beleggersvereniging VEB reageert verheugd op het “duidelijke oordeel” van de Ondernemingskamer. “Het is zaak dat het onderzoek nu snel doorgang kan vinden”, stelt VEB-directeur Paul Koster.
Indien de gespreksverslagen aan het onderzoeksverslag worden gehecht, zijn zij daarmee overigens niet openbaar. Na voltooiing van het onderzoek beslist de Ondernemingskamer over het al dan niet openbaar maken van het onderzoeksverslag en de bijlagen.