CBS telt steeds minder eenverdieners
Het aantal stellen waarbij slechts een van de partners voor het inkomen zorgt, loopt relatief snel terug. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Van de 3,3 miljoen stellen waarvan één of beide partners werken, had vorig jaar een kleine 27 procent één inkomen. In 2014 was dat nog 31 procent. Ook het aantal paren waarvan één partner voltijds werkt en de ander een klein baantje heeft, neemt af. In vijftien jaar daalde dat van 20 naar 12 procent van de stellen.
De zogenoemde anderhalfverdieners –die de helft van alle stellen uitmaken– werken gemiddeld steeds meer uren. ‘Grote’ anderhalfverdieners, waarbij de in deeltijd werkende partner meer dan twintig uur per week werkt, zijn inmiddels goed voor driekwart van deze groep.
Paren met jonge kinderen werkten vorig jaar samen gemiddeld ruim zestig uur per week. Dat was in 2003 nog zo’n zes uur minder.
Jan Schreuders, coördinator arbeidsvoorwaarden bij vakorganisatie RMU, is niet verrast door de cijfers. „De overheid probeert al jaren meer vrouwen aan het werk te krijgen”, zegt hij.
„Wie kiest voor vrijwilligerswerk of de zorg voor kinderen, wordt gewoon financieel afgestraft. Het is verontrustend dat juist moeders met jonge kinderen vaker en meer uren aan het werk gaan. Als dit een gevolg is van het emancipatiestreven door de overheid, dan zijn kinderen letterlijk het kind van de rekening”, aldus Schreuders.