„Anderhalfverdieners werken meer uren”
Stellen waarvan één partner voltijds werkt en één parttime maken meer uren. Deze zogenoemde ‘anderhalfverdieners’ blijven de meest voorkomende combinatie voor partners. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van cijfers over vorig jaar. Bovendien neemt het aantal stellen waarvan maar één van de twee partners werkt af.
In 2018 waren er 3,3 miljoen stellen waarvan minimaal één partner werkte. Daarvan was bijna de helft (48,6 procent) anderhalfverdiener. ‘Grote’ anderhalfverdieners, waarbij de in deeltijd werkende partner meer dan twintig uur per week werkt, waren goed voor ongeveer driekwart van deze groep. In totaal waren zij goed voor 36 procent van alle stellen met minimaal één werkende partner. In 2003 was dat nog 27 procent. Het percentage ‘kleine’ anderhalfverdieners daalde in dezelfde periode van 20 procent naar ruim 12 procent.
Met name bij stellen met kinderen onder de twaalf jaar is deze combinatie populair. Paren met jonge kinderen werkten vorig jaar samen gemiddeld ruim zestig uur per week. Dat was in 2003 nog zo’n zes uur minder.