‘Jodenzeug’ op Stadskerk Wittenberg mag blijven
De ”Judensau” (Jodenzeug) op de buitenmuur van de Stadskerk in de Duitse Lutherstad Wittenberg mag blijven hangen. Dat heeft de rechtbank Dessau-Rosslau vrijdag besloten. De rechtbank oordeelt dat de kerk met het reliëf Joodse mensen niet beledigt.
Rechter Wolfram Pechtold wees daarmee een klacht van Michael Düllmann, lid van de Joodse gemeente in Berlijn, van de hand, zo meldt omroep MDR op haar website.
Düllmann wil dat het antisemitische object op de façade van de Wittenberger Stadskerk wordt verwijderd. Op het 700 jaar oude reliëf is een zeug afgebeeld, waarbij Joden aan de tepels van het dier zuigen. Een rabbijn kijkt in het achterwerk van het –onreine– beest. Düllman is van mening dat Joden hierdoor worden bespot en vernederd.
Volgens de rechter kan het enkele feit dat dit reliëf zich op de kerk bevindt, niet als minachting ten opzichte van de in Duitsland wonende Joden worden gezien. Overigens is van een definitief oordeel geen sprake: Düllmann is tegen de uitspraak in beroep gegaan bij het Oberlandesgericht in Naumburg.
De Wittenberger Stadskerk en Stadsraad wezen verzoeken om de Jodenzeug te verwijderen al eerder van de hand. Volgens hen gaat het hier om een historisch element op de muur van de kerk, dat bewaard moet worden. Op het trottoir beneden is in 1988 een gedenksteen aangebracht die op de gevolgen van Jodenhaat wijst.
Charlotte Knobloch, voormalig presidente van de Centrale Raad van de Joden in Duitsland, verklaarde begin mei in het Reformatorisch Dagblad dat zij het „onbegrijpelijk” vindt dat objecten als de Jodenzeug in Wittenberg en de Hitlerklokken in Duitse kerktorens, „die doordrenkt zijn van haat tegenover een heel volk” niet zomaar worden verwijderd. „Dan begrijp ik de mensheid niet. Over zoiets moet je niet eens discussiëren. Verschrikkelijk.”