„Tijd genoeg om terug naar de maan te gaan”
Over een paar jaar lopen er weer mensen rond op de maan. Daarvan is Scott Millican rotsvast overtuigd. De Amerikaan trainde onder meer Neil Armstrong, de eerste mens op de maan. Het Witte Huis wil in 2024 terug zijn.
„Tijd genoeg”, zegt Millican. „We hadden de apparatuur, de lanceerder, we zijn aan het testen. We waren al jaren bezig, president Obama had dat stilgelegd en president Trump heeft het nu teruggebracht. We gaan een basis bouwen op de maan en daar wonen. En Mars is ook haalbaar.”
Het is dit jaar vijftig jaar geleden dat de mens voor het eerst voet op de maan zette. Neil Armstrong deed dat, in de nacht van 20 op 21 juli 1969. In het Haagse filmtheater Omniversum draait vanaf dinsdag een speciale film over de missie, Apollo 11. Die is te zien op een rond scherm van 840 vierkante meter. De film bestaat volledig uit originele beelden uit het archief van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA.
Millican (78) is getrouwd met een Nederlandse en hij woont en werkt al jaren in Leiderdorp. Op het moment dat de reis naar de maan begon, bij de lancering op 16 juli 1969, stond hij als toeschouwer buiten. „Die lancering was zo krachtig. Zo veel energie, en dan dat geluid. Ik stond 5 kilometer verderop en de grond trilde. Zoiets heb ik nooit meegemaakt. Ik keek naar de plek waar de bemanning zat en besefte dat zij dingen gingen doen die ik ze geleerd had.”
Millican was een paar jaar eerder aan de slag gegaan bij de NASA. Hij was net iets jonger dan de astronauten met wie hij werkte. Zijn taak: de ruimtevaarders voorbereiden. Zo moest hij de draaiboeken maken. En dat betekende improviseren. „Ik ging in een model van de maanlander zitten en een ruimtepak aandoen. Dan zie je pas hoe krap het daar is. Dat is volkomen anders dan in een grote zaal met allemaal mensen om je heen. Ik merkte dat je op handen en knieën moet kruipen om naar buiten te gaan. Ik moest het eerst zelf leren voordat ik het anderen kon leren.”
Armstrong en collega Buzz Aldrin pasten erg goed bij elkaar, herinnert Millican zich. „Armstrong was ingetogen en stil, een man van weinig woorden en een van de beste piloten. Aldrin was meer uitgesproken. Maar ze kwamen uit het leger, ze wisten dat Armstrong bevelhebber was. Als hij beslist, volg je.” Toch speelden er wel degelijk dingen aan boord. „Aldrin wilde als eerste op de maan staan. Een paar keer polste hij bij de vluchtleiding of ze misschien al wisten wie als eerste naar buiten zou gaan. Het werd Armstrong. Dat was het einde van de discussie en het is nooit geëscaleerd.”