Senatoren zetten vraagtekens bij terreurwaarschuwingen
Democratisch senator Joseph Biden heeft maandag gezegd niet erg onder de indruk te zijn van de kwaliteit van de informatie die tot de recente reeks van terreurwaarschuwingen in de VS heeft geleid. „Niets van wat ik hoorde duidde op een onmiddellijke bedreiging van de Verenigde Staten”, aldus Biden, de meest prominente Democraat in de commissie inlichtingen van de Senaat, nadat de commissie maandag was bijgepraat over het laatste inlichtingenmateriaal.
De Republikeinse regering noemt de recente waarschuwingen het gevolg van een „doorbraak” die volgens minister voor Binnenlandse Veiligheid Tom Ridge mogelijk werd „door het consequente antiterreurbeleid van president Bush.” Pers en media stelden vorige week grote vraagtekens bij dat beleid, toen bekend werd dat de informatie voor de waarschuwingen enkele jaren oud was. Bepaald researchmateriaal over aanslagen was door aanhangers van al-Qaida al verzameld vóór de septemberaanslagen van 2001.
De Republikeinse regering reageerde geïrriteerd op dit nieuws. Het klopte, er was sprake van oud materiaal, maar dat kreeg „nieuwe, actuele betekenis” door de arrestatie in Pakistan van een computer- en communicatiespecialist van al-Qaida, Mohammad Naeem Noor Khan. Vandaar dus de actuele waarschuwingen. Toen de Amerikaanse pers en media de naam van Khan openbaar maakten, reageerden de inlichtingendiensten in Pakistan en Groot-Brittannië verbijsterd. Khan communiceerde namelijk vanuit zijn Pakistaanse gevangenis nog gewoon -via internet- met al zijn al-Qaida-contacten.
Dat verschafte de Pakistaanse, Britse en Amerikaanse inlichtingendiensten kostbare informatie over personen, communicatiepatronen, mogelijke terreurplannen en concrete doelen. „Dat is een situatie die je nauwelijks dromen kunt. Iemand van al-Qaida die van binnenuit inlichtingen verschaft, iemand die samenwerkt met de autoriteiten. Door zo’n naam openbaar te maken blaas je dat allemaal op. Dat is ongelofelijk onprofessioneel of erger”, aldus terreurspecialist Tim Ripley, die regelmatig schrijft voor de gezaghebbende Britse Jane’s Defence-publicaties.
Washington schilderde de arrestaties in Groot-Brittannië van een aantal verdachten af als een van de successen van eerdergenoemde doorbraak. Ripley wijst er daarentegen op dat de Britten die arrestaties „in grote haast” moesten arrangeren, omdat de naam van Khan uitgelekt was. „Wie weet zijn er belangrijke mensen ontkomen, omdat de Amerikanen de naam van Khan voortijdig wereldkundig gemaakt hebben”, aldus Ripley.
New Yorks Democratische senator Charles Schumer heeft president Bush nu om opheldering gevraagd. „Wie heeft besloten om de naam van Khan vrij te geven? Hierdoor is mogelijk informatie gecompromitteerd die voor een stad als New York van het grootste belang kan zijn geweest”, aldus Schumer in zijn brief aan het Witte Huis.
Mogelijk om in deze verkiezingstijd niet het verwijt te krijgen dat Washington het terreurgevaar onderschat -de Republikeinen schilderen president Bush tenslotte af als een succesvolle strijder tegen de internationale terreur- wordt veel van de informatie die de Pakistanen op computerschijven van Khan en anderen hebben gevonden nu openbaar gemaakt.
Het feit bijvoorbeeld dat al-Qaida helikopters beschouwt als mogelijke instrumenten voor terreuraanslagen, of limousines, omdat die minder verdacht zijn dan vrachtwagens en groter zijn dan gewone personenwagens, waardoor er meer explosieven in verborgen kunnen worden.
New Yorks (Republikeinse) burgemeester Michael Bloomberg was maandag niet erg onder de indruk. „Alles wat wij de laatste dagen als nieuws uit Washington vernomen hebben, is allang verwerkt in ons veiligheidsregime, dat sinds de septemberaanslagen drie jaar geleden uiteraard drastisch werd aangescherpt”, aldus Bloomberg.