Linnaeushof speelt met ruimte
Met grote stappen beent hij door het park dat wordt bevolkt door honderden joelende kinderen. Bezoekers worden aangesproken of aangehoord. „Dat doe ik nu het liefst. Gewoon tussen de mensen. Luisteren naar hun wensen en kijken of ik daar wat mee kan.” Sander Grijpstra (29) is mede-
eigenaar van Europa’s grootste speeltuin. Topdrukte in Linnaeushof, waar het vaste team uit slechts negen man bestaat. „Vandaag zijn er wel veertig medewerkers in de weer.”
Door schoolreisjes of een dagje Bennebroek met het gezin is de speeltuin welbekend, ook in reformatorische kringen. De jonge adjunct-directeur, die op 23-jarige leeftijd na het overlijden van zijn vader samen met zijn moeder het roer overnam, weet dat als geen ander. „Ik krijg ook uit jullie lezerspubliek veel reacties. Enkele jaren geleden ben ik begonnen met een spookgrot. Dat leidde tot afwijzende reacties. Ik herinner me een brief van een school. Ik heb dat project toen radicaal gestopt.”
Linnaeushof, vernoemd naar een Zweedse botanicus, is een echt familiebedrijf. Grijpstra’s grootvader moet een vooruitziende blik hebben gehad toen hij 41 jaar geleden een kas met een stuk grond aan de rand van het dorp Bennebroek kocht. Onder rook van Haarlem startte de politieagent uit Aalsmeer met het kweken van tropische planten en de aanleg van (model)tuinen. De baten waren oorspronkelijk bedoeld om de kas van een afdeling van het Rode Kruis te spekken. „Het ging echter zo goed dat hij ontslag nam en zich geheel op de planten richtte”, zegt zijn kleinzoon.
Voor de kinderen van de mensen die kas en tuinen kwamen bezichtigen, werd al spoedig een eerste speeltoestel geplaatst. Tien jaar laten stond een groot deel van het 4,5 hectare grote terrein vol met glijbanen, schommels, trampolines en andere ren-, klim- en doemogelijkheden. De kas werd een overdekte speeltuin. „We zijn qua oppervlakte niet de grootste. En we hebben ook geen achtbanen of andere mechanisch aangedreven zaken. Maar hier staan wel 350 attracties waarmee kinderen zelf bezig moeten zijn.”
Dat is ook de filosofie achter het succes van het bedrijf, dat zich richt op de leeftijdsgroep tussen de 2 en de 13 jaar. „Heel puur blijven, daar gaat het om. Spelen is in onze ogen iets natuurlijks. Dat wordt als gevolg van de verstedelijking kinderen al zo vaak ontzegd. Als die al een eigen plek hebben, zitten ze achter een computer of een playstation, terwijl ze in hun hart rennen en ravotten leuk vinden. Werkende ouders zijn weinig met hun kinderen bezig. Hier kan pa voor 7 euro een dagje met hen aan de slag.”
Tijdens het veertigjarig bestaan in 2003 werd het bezoekersaantal van 300.000 overschreden. Grijpstra beseft dat het, als gevolg van acties in het jubileumjaar, niet gemakkelijk zal zijn om dat aantal vast te houden. „Maar met een beetje minder zijn we ook tevreden”, aldus de eigenaar, die niet kwijt wil hoeveel bezoekers hij nodig heeft om kosten en baten in evenwicht te houden. Hij hoopt de komende jaren langzaam door te groeien naar 325.000.
Op deze dag telt de speeltuin circa 3000 bezoekers. De warme zon weerhoudt een aantal potentiële klanten. De enkele jaren geleden aangelegde waterspeeltuin is wel bomvol. „Dat was echt een gouden greep, zeker met die steeds warmere zomers”, aldus Grijpstra. Lachend: „Wij zijn echte Hollanders, we hebben het liefst droog, halfbewolkt weer, niet te warm. Dan zijn er dagen dat hier 5000 tot 6000 mensen rondlopen.”
De zomerse drukte wordt opgevangen met een forse uitbreiding van het vaste team. Voor seizoenskrachten is de speeltuin in de wijde omgeving een belangrijke werkgever. „We maken van meer dan 110 mensen gebruik. Voor ondersteuning bij de attracties, bij de kassa’s, horeca-activiteiten, het souvenirwinkeltje, de fotografie en het parkeren. Sommigen werken hier maar één dag per week en zijn op topdagen oproepbaar. Huisvaders, huismoeders, scholieren, studenten, noem maar op.”
Niet alleen de zomer levert veel werk op. De periode tussen 1 oktober en 1 april is voor de veste medewerkers minder rustig dan het lijkt. Onderhoud, aanscherping van de veiligheidseisen en groenvoorziening vergen veel aandacht. Samen met een creatief vormgeefster buigt Grijpstra zich over de aankleding en vernieuwing van de speeltoestellen en attracties.
Bij de inrichting wordt vooral gekeken naar vervangingsmogelijkheden. „Uitbreiden kunnen we niet en we willen de open plekken, de grasvelden met zitjes en picknickmogelijkheden, beslist handhaven. Je moet in een speeltuin ook rust kunnen hebben. Daarom zoeken we slimme oplossingen. Kwaliteitsverbetering, thematisering en decoreren zijn trefwoorden. Wij spelen zelf ook, maar dan met de ruimte.”
voetnoot (u17(Dit is het derde deel in een zomerse serie. Komende donderdag deel 4.