Winstdaling voor ABN AMRO
ABN AMRO heeft de winst in het eerste kwartaal duidelijk zien dalen. Dat kwam onder meer omdat vorig jaar nog significante winsten werden geboekt op aandelenparticipaties, onder meer bij de investeringsfondsen van het inmiddels verkochte ABN AMRO Participaties.
Andere investeringswinsten waren er in het eerste kwartaal nauwelijks door een ongunstiger beursklimaat. De bank zag de winst uitkomen op 478 miljoen euro. Dat is 20 procent minder dan een jaar eerder. Het operationeel resultaat kwam uit op 754 miljoen euro, 23 procent minder dan een jaar terug. Topman Kees van Dijkhuizen sprak van goede vooruitgang in het uitvoeren van de strategie.
De netto-rentebaten van het financiële concern werden onder meer beïnvloed door tijdelijk verhoogde beheerkosten. Ook gingen de kosten omhoog door nieuwe regelgeving waar de bank naar eigen zeggen alleen het eerste kwartaal last van had. ABN AMRO wist die hogere kosten deels te compenseren door streng op de uitgaven te letten.
Een deel van die extra kosten heeft te maken met de extra aandacht voor het tegengaan van witwassen. Daar werken bij ABN AMRO duizend mensen aan, maar dat aantal wordt uitgebreid naar zo’n 1400, liet Van Dijkhuizen weten. Aan alle incidenten die afgelopen jaar en dit jaar aan het licht kwamen bij onder meer Danske Bank, zit volgens de topman ook een positieve kant. “Ons personeel is er veel meer van doordrongen waarom we bepaalde dingen doen en ook bij klanten is er meer begrip voor soms lastige vragen. Mensen zijn wakker geschud.”
ABN AMRO zette bij de zakenbank meer leningen uit. Het aantal risicovolle leningen bij de zakenbank werd teruggedrongen. Daardoor kon ABN AMRO de kredietvoorzieningen halveren tot net onder 100 miljoen euro.
Terwijl bedrijven meer leenden, kromp de hypotheekportefeuille licht. De bank verwacht dat dat marktaandeel in het huidige kwartaal weer toe zal nemen. Het beheerde vermogen van de Private Banking-tak nam toe. Onder meer een overname droeg daar aan bij.
ABN AMRO is nog voor een fors deel in handen van de Nederlandse staat. Die heeft dat belang al een tijd niet meer verkleind. Van Dijkhuizen zei eerder dat dat wel weer kon, maar houdt nu zijn kruit droog. Volgens hem moet de regering zelf de afweging maken wanneer er weer aandelen in de verkoop worden gedaan.