Economie

Begrotingsimpuls: perfect getimed?

De economische groei hangt dit jaar in Nederland in flinke mate af van de groei van de overheidsconsumptie: de uitgaven aan salarissen en aan goederen en diensten die de overheid zelf gebruikt.

Ester Barendregt
4 May 2019 16:52Gewijzigd op 16 November 2020 15:56
beeld ANP, Bas Czerwinski
beeld ANP, Bas Czerwinski

Overheidsinvesteringen en inkomensoverdrachten zoals uitkeringen en toeslagen, vallen hierbuiten. Het belang van de overheidsconsumptie is nu groter dan in de afgelopen tien jaar.

Dat komt enerzijds doordat de overheidsconsumptie een substantiële groei van 2,4 procent laat zien dit jaar. En anderzijds doordat andere sectoren van de economie minder kleur aan de zaak geven: van de export verwachten we dit jaar immers weinig, en ook consumptie en private investeringen laten slechts een bescheiden groei zien. Dan blijft de overheid over om te zorgen voor groei. En dat doet zij naar verwachting dus ook. Perfect getimed, zou je denken: juist wanneer de economische groei vertraagt, zorgt de overheidsbegroting voor een welkome impuls.

Nu is er veel positiefs te zeggen over het Nederlandse begrotingsbeleid. Een van die positieve dingen is dat het veel nadruk legt op langetermijndoelen, zoals een houdbare financiële positie van de overheid en economische stabiliteit. Daarmee kent het echter minder ruimte voor timing.

Zo is het gebruikelijk voor een nieuwe coalitie om de plannen voor de gehele regeringsperiode vast te leggen in een regeerakkoord. Want in een meerpartijenstelsel wil je als coalitiepartner natuurlijk wel weten waar je aan toe bent voor je je handtekening zet. Een nieuw kabinet kijkt in Nederland dus alvast een paar jaar vooruit. Bovendien maken de coalitiepartners afspraken vooraf over hoe ze met mee- en tegenvallers in de begroting omgaan. De mogelijkheid voor timing is beperkt tot het mee laten bewegen van de belastinginkomsten en de werkloosheidsuitgaven met de conjunctuur.

Terug naar 10 oktober 2017, de dag waarop het aantredende kabinet Rutte III zijn regeerakkoord met gedetailleerd budgettair overzicht presenteerde. Wat had het kabinet voor 2019 in petto? Allereerst valt op dat voor het jaar 2019 een stevige lastenverschuiving was voorzien: lagere belastingen voor burgers, hogere voor bedrijven. Aan de uitgavenkant boekte het voor 2019 netto 8 miljard aan intensiveringen in. Bij elkaar telde dat op tot zo’n 7 miljard euro saldoverslechtering, ofwel verandering in het verschil tussen uitgaven en inkomsten.

Op Prinsjesdag 2017 ging het CPB nog uit van 2,5 procent groei in 2018 en constateerde het dat de Nederlandse economie „op het opgaande gedeelte van de conjunctuurgolf” zat. Er was op dat moment geen reden om te verwachten dat de groei in 2019 zou vertragen. In die context was de geplande intensivering van 7 miljard voor 2019 procyclisch te noemen: het zou de economische cyclus versterken in plaats van dempen. Een punt van kritiek dat ook wij destijds hebben geuit.

Het jaar 2019 is al een eind op weg en de economische werkelijkheid ziet er toch wat anders uit dan het kabinet bij zijn aantreden eind 2017 kon verwachten. Een flinke groeivertraging is inmiddels ingezet, in Nederland en daarbuiten. In dat licht geeft de door ons geraamde stijging van de overheidsconsumptie met 2,4 procent inderdaad een welkome impuls. Perfect getimed dus. Achteraf.

De auteur is hoofd RaboResearch Nederland.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer