Tweede Wereldoorlog in kinderboeken
De Tweede Wereldoorlog eindigde 74 jaar geleden, maar op veel plekken leeft de herinnering voort. Ook in kinderboeken. Freelancejournalist Pieter Beens en cultuurredacteur Mariëlle Oussoren kozen beiden oorlogsboeken uit het brede aanbod van de laatste vijf jaar. Boeken die het waard zijn gelezen te worden. Omdat er zoveel te vertellen is over het monster dat oorlog heet.
Blijdorp tijdens bombardementen
Het verhaal: Chimpansee Marco, zebrahengst Burbi, de olifanten Sonny en Rimba. Samen met veel andere dieren bevolkten zij de Rotterdamsche Diergaarde tijdens de Tweede Wereldoorlog. Wat zij van de oorlog merkten, beschrijft Joukje Akveld in dit boek met prachtige dierenplaten van Martijn van der Linden.
En passant kom je veel te weten: dat niet alleen Duitse bommen Rotterdam raakten bijvoorbeeld, maar dat er tijdens de oorlog evenveel geallieerde bommen op de stad terechtkwamen.
Bijzonder: Dit boek is non-fictie, maar alles is zo opgeschreven dat het lijkt alsof je een spannend verhaal leest. Leuk om te weten: in oorlogstijd vond de al eerder geplande verhuizing naar de Blijdorppolder plaats, waar de dierentuin nu nog is gevestigd. En: in 2015 stierf het laatste dier dat de bombardementen overleefde, pantserkrokodil Hakuna.
Waarom lezen: ”Een aap op de wc” is een uniek boek. Verhalen over de oorlog zijn er talloze, verhalen over dieren in de oorlog niet. En het is knap en meeslepend geschreven. Mooi om voor te lezen aan kinderen vanaf een jaar of 8. En net zo interessant voor volwassenen!
Een aap op de wc. Een dierentuin in oorlogstijd, Joukje Akveld en Martijn van der Linden (ill.); uitg. Hoogland & van Klaveren; 120 blz.; € 15,50.
Slag om Arnhem vanuit schuilkelder
Het verhaal: De 15-jarige Jochem woont in Oosterbeek. Martje, die plotseling bij hem en zijn moeder voor de deur staat, bezorgt hem hoofdbrekens. Is ze te vertrouwen? Is ze Joods? Als boven hun hoofden de Slag om Arnhem losbarst, verschuilen Jochem en zijn moeder zich in de kelder van zijn bevriende buurjongen Sim. Dan en tijdens de vlucht erna ontrafelen zich langzaam allerlei geheimen en worden familiebanden hersteld.
Bijzonder: De helft van dit boek, dat vorig jaar de christelijke kinderboekenprijs Het Hoogste Woord won, speelt zich af in een kelder. Van de bovenwereld vangen Jochem en de anderen maar af en toe een gevaarlijke glimp op. De informatieve teksten over het verloop van de oorlog geven extra –maar geen onmisbare– informatie aan de lezer.
Waarom lezen: Het verhaal, voor kinderen vanaf een jaar of 12, laat de donkere kanten van de Bevrijding zien – en wat oorlogsomstandigheden met mensen doen. Tien dagen zijn eindeloos, als je je met een vreemd meisje, een baby, haar kersverse moeder met zenuwinzinking, een hond en een geit in een kelder moet verschuilen, terwijl het boven de grond letterlijk een slagveld is.
Onder vuur, Jeanette Molema en Arjan Wilschut (ill.); uitg. Columbus; 207 blz.; € 13,95.
Bestemming Westerbork
Het verhaal: Eigenlijk is er niet één verhaal – ”Kinderen met een ster” beschrijft afwisselend de verhalen van de Joodse kinderen Rosa, Klaartje, Jules, Leo, Ruth en Bennie. Toch zit er een duidelijke lijn in het boek: het begint met de inval van de Duitsers en de mislukte vlucht van Rosa’s familie naar Engeland. Het laat in de diverse verhalen zien hoe Joden steeds meer worden buitengesloten van het normale leven en vertelt over Jules, die zich in een kast moet verstoppen om uit handen van de Duitsers te blijven. Het boek eindigt in Kamp Westerbork, waar de kinderen uit de verhalen allemaal terechtkomen.
Bijzonder: Via dit boek, dat in 2017 een Zilveren Griffel kreeg, kunnen jonge kinderen vanaf ongeveer 6 jaar op hun eigen niveau horen wat er in de Tweede Wereldoorlog met Joden gebeurde. Dat er niet één maar zes hoofdpersonen zijn vergt soms wel veel van de doelgroep. Overigens verscheen vorige maand een nieuw voorleesboek over de oorlog van Martine Letterie. In ”Verboden te vliegen” (€ 15,99) kijk je tijdens de oorlogsjaren mee met een meisje dat in Noord-Brabant opgroeit in een gezin met negen kinderen.
Waarom lezen: Het vertelde is aangrijpend –van de uitsluiting in de eerste verhalen tot het steeds kleiner wordende schoolklasje in Kamp Westerbork–en tegelijk nergens te gedetailleerd of schokkend. Je voelt de angst van mensen, de hoop om maar niet mee te hoeven in een treinwagon naar een ander kamp. Maar wat er in die kampen gebeurt, blijft onbesproken.
Verboden te vliegen, Martine Letterie en Rick de Haas (ill.); uitg. Leopold; 140 blz.; € 15,99.
Overleven op het Britse platteland
Het verhaal: De 9-jarige Ada is opgegroeid in een sloppenwijk in Londen en werd jarenlang verwaarloosd door haar moeder. Samen met haar broertje Jamie verhuist ze als evacué naar het platteland. Ze wordt geopereerd aan haar klompvoet, iets waarvoor haar moeder nooit de moeite had genomen. Op het landgoed van de steenrijke, maar kille Lady Thornton –waar Ada’s pleegmoeder Susan woont– hoeft ze niet meer bang te zijn om in een aanrechtkastje te worden opgesloten. Maar haar kinderjaren hebben diepe sporen getrokken. Tegenstijdige gevoelens komt ze bij zichzelf tegen. Mag ze opgelucht zijn als haar moeder omkomt tijdens een bombardement? Verdient Lady Thornton wel zo’n lieve dochter als Meggie? Wat moet je met een meisje dat bij je komt inwonen, een meisje dat Joods is maar vooral ook Duits?
Bijzonder: Dit boek is een vervolg op ”De oorlog die mijn leven redde”. In dit tweede deel spelen paarden een belangrijke rol – en dat kan paardenfans wellicht over de streep trekken het boek te lezen. Ada is een meisje dat veel nadenkt, ook over het geloof. De open manier waarop ze antwoorden zoekt is mooi beschreven, maar past niet naadloos binnen traditionele geloofsopvattingen.
Waarom lezen: Ook al verandert de oorlog het leven van de personages ingrijpend, ”De oorlog die ik eindelijk won” gaat over veel meer. Het is een verhaal over de waarde van familie, over vertrouwen, over doorzettingsvermogen en vergeving.
De oorlog die ik eindelijk won, Kimberly Brubaker Bradley; uitg. KokBoekencentrum; 296 blz.; € 17,99.
Anne Frank als graphic novel
Het verhaal: Het dagboek van Anne Frank is een van de bekendste boeken over de oorlog. In haar dagboek beschrijft Anne Frank geheimen en soms ook lachwekkende gebeurtenissen. Iedereen zou het boek moeten lezen. Ari Folman en David Polonsky maakten een bewerking die voor iedereen toegankelijk is, in de vorm van een stripverhaal. De uitgever noemt het een graphic novel.
”Het Achterhuis” is niet zomaar een stripboek, het is van hoog niveau. Elke bladzijde bestaat uit striptekeningen die zijn gebaseerd op het echte dagboekverhaal. De mensen zijn herkenbaar getekend en het verhaal is net zo aangrijpend (en soms humoristisch) als het echte dagboek.
Bijzonder: ”Het Achterhuis” brengt de dagboeken van Anne Frank heel dichtbij. Door de mooie en waarheidsgetrouwe tekeningen kun je je een goed beeld vormen van het dagboek. Wel moet je in je achterhoofd houden dat dit geen spannend stripverhaal is, maar een waargebeurde geschiedenis.
Waarom lezen: Iedereen zou het dagboek van Anne Frank moeten lezen omdat het zo’n belangrijke geschiedenis vertelt. Wie niet zo van boeken houdt of graag wat meer wil zien, kan niet om deze graphic novel heen.
Het Achterhuis, Ari Folman en David Polonsky (bewerking); uitg. Prometheus; 160 blz.; € 19,99.
Klein meisje, grote oorlog
Het verhaal: Majoor Rosalie heeft een missie – een die zelfs haar moeder niet kent. Elke dag kruipt Rosalie weg achter de jassen in het lokaal en werkt ze aan haar geheime opdracht. Als ze thuiskomt, leest moeder brieven voor die vader vanaf het front heeft gestuurd. Nu vader weg is, proberen Rosalie en haar moeder het zo gezellig mogelijk te maken. Op een avond trekt moeder haar trouwjurk aan. Het is een en al gezelligheid, maar na die avond wordt alles anders. Als Rosalie haar missie heeft volbracht, blijkt dat de brieven van haar vader heel anders waren dan haar moeder altijd heeft verteld.
Bijzonder: Dit boek gaat over de Eerste Wereldoorlog en is bestemd voor kinderen. De mooie tekeningen geven het boek extra sfeer. Achter in het boek wordt een paar keer oneerbiedig omgegaan met de Naam van God. Dat was niet nodig geweest en zorgt voor een vervelende bijsmaak.
Waarom lezen: De Eerste Wereldoorlog ging voor een groot deel aan Nederland voorbij. Dit boek laat zien hoe het was om als kind tijdens die oorlog te leven – en om een vader te hebben die vecht tegen vreemde soldaten. Doordat het kinderlijk wordt verteld, komt het verhaal ontroerend dichtbij.
Majoor Rosalie, Timothée de Fombelle en Isabelle Arsenault (ill.), uitg. Querido; 64 blz.; € 17,50.
Jong in de Hongerwinter
Het verhaal: In de stad waar Jaap met zijn vader, moeder, broertje en zusje woont, is bijna niets meer te eten. Elke dag worden de honger en kou erger. Zo erg zelfs dat Jaap, Nel en kleine Kees op pad moeten om eten te krijgen. Als ook dat niet meer lukt, is er nog maar één oplossing: ze gaan met een boot naar het noorden. Daar is eten genoeg. Onderweg krijgen ze er zomaar een zusje bij. Dat is niet alleen leuk, maar geeft ook veel zorgen.
Het noorden, ver van huis, is een andere wereld. Jaap moet dan ook vechten om een plekje. En in het noorden mag dan wel eten zijn, de zorgen zijn de wereld niet uit.
Bijzonder: Dit boek lees je door de ogen van een jongen die de Hongerwinter heeft doorgemaakt. Jaap is nog jong, maar hij heeft veel om zich zorgen over te maken. Gevaren en zelfs de dood loeren overal.
Soms wordt er wel heel vrij met het christelijke geloof omgegaan. Maar tussen de regels door lees je ook dat sommige christenen goed zorgen voor mensen in nood. Het boek laat tegelijk zien dat na de oorlog de zorgen lang niet vergeten zijn. Geen vrede is al oorlog genoeg.
Waarom lezen: Stoere oorlogsboeken zijn er genoeg, maar over hongersnood en kinderen met zorgen die eigenlijk te groot voor hen zijn lees je niet vaak. Dit boek laat zien dat oorlog niet gaaf is, maar heel erg. Niet voor niets kreeg het boek in 2017 de Gouden Griffel.
Naar het noorden, Koos Meinderts en Annette Fienieg (ill.); uitg. Hoogland & Van Klaveren; 198 blz.; € 16,95.