Rechter: Barneveld mag info herkomst zand Vink niet gebruiken
De gemeente Barneveld mag op geen enkele wijze gebruik maken van de informatie die zij bezit over de ‘specifieke herkomstlocaties’ van de omstreden partij zand die onder meer is toegepast in Barneveldse woonwijken.
De voorzieningenrechter in Arnhem heeft het Barneveldse zandbedrijf Vink in het gelijk gesteld in het kort geding dat het tegen de gemeente had aangespannen.
Na lang aandringen verstrekte Vink de gemeente in februari via een e-mailbericht informatie over de partij zand. Bepaalde gegevens in de bijlagen waren onzichtbaar gemaakt met witte vlakjes, die volgens de gemeente gemakkelijk konden worden weggehaald. Uit het bewust onzichtbaar maken moet de gemeente volgens de rechter afleiden dat Vink deze gegevens niet aan haar wilde geven.
Met de onzichtbaar gemaakte adressen en zogenoemde afvalstroomnummers kan de gemeente via een openbaar register controleren of de van Vink ontvangen analysecertificaten overeenkomen met de oorspronkelijke keuringsrapporten. De rechter oordeelde dat de gemeente niet duidelijk heeft kunnen maken dat zij op grond van een publiekrechtelijke regeling de bevoegdheid heeft om de informatie van Vink te eisen.
Verder concludeerde de rechter dat het belang van de gemeente bij de gegevens minder zwaar weegt dan het belang van Vink. Een argument daarvoor is dat de onderzoeksrapporten van de bureaus Royal Haskoning (in opdracht van de gemeente) en Tauw (in opdracht van Vink) geen aanwijzingen bevatten dat het zand verontreinigingen vertoont boven de interventiewaarde. Een interventiewaarde is een waarde die aangeeft dat het zand verplicht gereinigd moet worden.
“Dat er mogelijk nog verontreinigingen met andere stoffen in de partij zand zitten waarop het zand niet is onderzocht, heeft de gemeente op geen enkele manier aannemelijk gemaakt en is daarom enkel speculatief”, stelt de rechter. “Daartegenover staat het belang van Vink dat de gemeente niet komt te beschikken over de herkomstgegevens om te voorkomen dat de gemeente die gegevens, zoals zij kennelijk eerder heeft gedaan, deelt met derden met als gevolg dat er nog meer negatieve publiciteit voor Vink ontstaat.”
Het college van burgemeester en wethouders heeft nog niet gereageerd op de uitspraak. Woordvoerder Jaap Kevelam van Vink volstaat met één zin: “De rechter heeft recht gesproken.”