Europese beurzen licht in het rood
De Europese beurzen stonden dinsdag licht in het rood. Tegenvallende industriecijfers uit China zorgden voor koersdruk bij grondstofbedrijven. Beleggers hielden verder de blik gericht op de Federal Reserve, die later op de dag begint aan zijn tweedaagse beleidsvergadering. Op de dag van het Amerikaanse rentebesluit zijn de Euronext-markten gesloten vanwege de Dag van de Arbeid.
De AEX-index op Beursplein 5 noteerde rond het middaguur 0,1 procent in de min op 567,38 punten. De MidKap zakte 0,6 procent tot 815,26 punten. De beurzen in Frankfurt, Londen en Parijs verloren tot 0,4 procent.
Staalconcern ArcelorMittal kampte met de afzwakkende bedrijvigheid in de Chinese industrie en was de grootste daler bij de hoofdfondsen met een verlies van 1,5 procent. Zorgtechnologiebedrijf Philips ging aan kop met een plus van 1,5 procent. In de MidKap noteerden chipbedrijf Besi (min 6,7 procent), vastgoedbedrijf Wereldhave (min 1,5 procent) en optiekketen GrandVision (min 0,8 procent) ex-dividend. Sterkste stijger was verlichtingsbedrijf Signify met een plus van 2,4 procent.
In Zürich steeg chipbedrijf AMS bijna een vijfde in beurswaarde na beter dan verwachte resultaten. Orange zakte 3,6 procent in Parijs. Het Franse telecomconcern zag de omzet in de thuismarkt voor het eerst in twee jaar dalen.
BP klom in Londen 0,4 procent. Het Britse olie- en gasconcern boekte afgelopen kwartaal minder winst. Wel zat de productie van olie en gas in de lift. Standard Chartered steeg 5,8 procent. De Britse bank, die zich sterk richt op Azië en het Midden-Oosten, zag de kwartaalwinst flink groeien en gaat eigen aandelen inkopen.
Danske Bank kelderde in Kopenhagen 8 procent. De grootste bank van Denemarken zet het mes in zijn verwachtingen naar aanleiding van de slepende witwaszaak waarin het is verwikkeld. Concurrent Nordea, die ook verwikkeld is in een witwasschandaal, daalde 3 procent na publicatie van de kwartaalcijfers.
De euro was 1,1213 dollar waard, tegen 1,1166 dollar een dag eerder. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 1,1 procent tot 64,18 dollar. Brent kostte 1,2 procent meer en werd verhandeld voor 72,89 dollar per vat.