Minder dodelijke ongelukken in luchtvaart
Het aantal dodelijke ongevallen in de luchtvaart is sinds 1989 flink gedaald. Vonden er dat jaar wereldwijd nog 44 ongelukken met dodelijke afloop plaats, afgelopen jaar waren dat er 22. Sinds 1989 zijn in totaal 16.361 mensen omgekomen, zowel aan boord van de vliegtuigen als op de grond.
Dat heeft de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) gisteren laten weten. In de cijfers zijn terroristische aanslagen niet meegenomen.
De luchtvaart in West-Europa, Noord-Amerika en Australië blijkt het veiligst te zijn. De kans om neer te storten is veel groter in Afrika, Oost-Europa en Zuid-Amerika. De inspectiedienst spreekt zelfs over „duidelijke probleemgebieden.” In Afrika vonden er bijvoorbeeld in de onderzochte periode 6,37 dodelijke ongevallen per miljoen vluchten plaats. In West-Europa waren dit er slechts 0,43.
De laatste jaren is het aantal vluchten wereldwijd wel flink afgenomen. Dit komt deels door de economische stagnatie en ook door de terroristische aanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten. Het aantal dodelijke ongevallen per miljoen vluchten ging echter ook omlaag, van 1,64 in 1989 naar 0,67 afgelopen jaar.
Nederlandse luchtvaartmaatschappijen waren sinds 1989 betrokken bij twee dodelijke ongevallen. In 1992 kwam 56 mensen om het leven bij een ongeluk met een toestel van Martinair op het vliegveld van Faro in Portugal. Twee jaar later crashte bij Schiphol een toestel van KLM Cityhopper, waarbij drie mensen het leven verloren.
In ons land zijn sinds 1989 vier mensen aan boord van een groot vliegtuig omgekomen. Dat gebeurde bij de Bijlmerramp in 1992, toen een toestel van El Al op een flatgebouw neerstortte. Daarbij lieten bovendien 39 mensen op de grond het leven. Bij ongelukken met kleinere vliegtuigen, zoals propellertoestellen, kwamen in totaal veertig passagiers om.
De meeste ongelukken gebeuren tijdens de start en de landing. Dan moeten piloten veel handelingen verrichten, wordt er veel gevraagd van de motoren en werken er grote krachten op het vliegtuig. Bij veel van de dodelijke ongevallen (46 procent) die in de onderzochte periode wereldwijd plaatsvonden, speelde de bemanning een belangrijke rol. Ook technische mankementen en het weer kunnen vaak worden aangewezen als oorzaak.
Vrachtvliegtuigen storten veel vaker neer dan passagierstoestellen. Meer dan de helft van de vrachtvluchten vindt ’s nachts plaats. Bovendien zetten vervoerders vaak oudere vliegtuigen in en bezuinigen ze op veiligheidsmaatregelen en vernieuwingen.