Sprekersronde (2)
*
Ouderling A. Verbeek (Amsterdam, Noord-Holland) wijst op het grote aantal pioniersplekken in haar classis. Zowel in de stad Amsterdam als ook in de Kop van Noord-Holland. „Wij hebben ons verheugd over de notitie, die een rijke tekst heeft.” Het is volgens haar wel een uitdaging om het simpel en beweeglijk te houden.
Ouderling J. Opmeer-van der Schee (Sprang-Capelle, N-Brabant/Limburg/Réunion Wallonne) geeft aan dat er weinig pioniersplekken zijn in N-Brabant en Limburg. „Pionierswerk vindt vaak plaats in het kader van plaatselijke gemeenten.” In haar classis speelt de problematiek van kleiner wordende gemeentes wel sterk. „Zij moeten wel aan alle kerkordelijke regels voldoen, terwijl de missionaire initiatieven dat niet hoeven.”
Ouderling J. F. van Mossel (Epe, Veluwe) brengt in dat het een voorrecht is om te ondersteunen vanuit de bestaande gemeenten. „We vinden het een fantastische en goede nota, maar houd het simpel.”
Diaken M. Slootweg (Zeist, Utrecht) geeft aan veel waardering voor de notitie te hebben, maar toch ook zorgen te hebben over de financiering van de kerngemeentes en vragen te hebben over het opleidingsniveau van voorgangers in die gemeenten.
Ds. R. J. Wilschut (Hoogvliet, Z-Holland-Zuid) gaf aan dat er in zijn classis veel initiatieven zijn. „Dat is mooi. Maar het is belangrijk om vast te houden dat gemeenten, om het zo te zeggen, goed met elkaar in verband blijven staan. Knip de band die je met elkaar hebt, niet door.”
Ds. M. J. Tekelenburg (Reeuwijk, Z-Holland-Noord) spreekt uit dankbaar te zijn dat mensen van buiten worden bereikt. Maar hij heeft ook meerdere aandachtspunten. Bijvoorbeeld over de opleiding: „Is daar wel voldoende oog voor?”
Ds. T. J. Oldenhuis (Coevorden, Ev.-altref. Kirche) roept ten slotte nog op tot „ruimhartigheid.”