Ds. P. Eijgenraam vindt het belangrijk dat de kerk de ontwikkeling van nieuwe liederen stimuleert. Dat kan volgens hem door bijvoorbeeld een keer in de vijf jaar een prijs uit te reiken voor het beste nieuwe lied en dat vervolgens aan de kerken aan te bieden.

Twee op de tien gemeenten gebruiken het nieuwe Liedboek niet. Ouderling F. A. van der Duijn Schouten (Ridderkerk) behoort tot zo’n gemeente, zegt hij. Volgens hem denkt een deel van deze „19 procent” wel na over invoering van de bundel. Hij wijst op alternatieve liedboeken, zoals Weerklank. „Die bundels zijn nooit op de synode besproken en dus ook niet officieel aan de kerken aangeboden.”

Hij vraagt om ruimte voor gemeenten die zich tot de Gereformeerde Bond rekenen, zodat ze zich goed kunnen bezinnen. En: is het mogelijk om voor deze gemeenten een katern aan het Liedboek toe te voegen?

Ouderling M. van Heijningen (Dorkwerd) vindt dat teveel de suggestie werd gewekt dat gemeenten die het nieuwe Liedboek niet gebruiken, zijn „vastgeroest.” Hij wijst erop dat er ook gemeenten zijn die het nieuwe Liedboek wel gebruiken, maar daar niet heel enthousiast over zijn.