Column (ds. J. Belder): Feestelijke uitvaart werd heel normaal
Ze had niet lang meer te leven en wilde een vrolijke uitvaart. Of ze niet al eens kon oefenen in een grote kist, ruim genoeg, zodat gasten straks selfies met haar konden maken. Het was geen probleem. Daar lag ze in haar kist, gierend van de pret, op de schouders van swingende dragers. Televisiekijkend Nederland kon het eerder deze maand op RTL4 allemaal meemaken. Het was lachen, gieren, brullen. De tv die de belangrijke rol was toegedacht om ons volk te verheffen, aldus mr. J. M. Th. Cals, staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, in de allereerste uitzending op 2 oktober 1951. Het kabinet-Drees was er overigens niet gerust op en vreesde voor „grauwe vervlakking.”
Sollen met de dood is gemeengoed geworden. Al jaren toert de EO met een okergele oldtimer door Nederland met op het dak een doodskist. De omroep wil graag weten hoe bekende Nederlanders tegenover de dood staan. Het doel heiligt de middelen, zal men in Hilversum denken.
Uitgesproken respectloos spreekt en zingt rapper Jebroer over de dood. Hij had ook een rol in The Passion. De muzikant kreeg zijn grootste bekendheid met het liedje ”Kind van de duivel”. Een hit die op uitdagende wijze de spot drijft met de dood. „Gooi drank en drugs over mijn kist. Alles wat ik wou in het leven was dit.” In een vraaggesprek met het blad Viva zei Jebroer na zijn dood naar de hel te willen, waar zijn vrienden zijn.
De dood is in onze samenleving geen zwaar thema meer. Of is het dat juist wel en leven we in een grote ontkenning daarvan? Uitvaarten in de vorm van een feest werden heel normaal. De kist op een bakfiets. Vermakelijke speeches – hebben we een humorprobleem? Koffie met ”leedkoek” of ”leedbrood” maakte plaats voor champagne, gebak en bitterballen. Opa’s en oma’s worden massaal sterretjes, gevolgd door ballonnen of een afsluitend vuurwerkspektakel. Doden worden toegesproken en grafgiften zijn gemeengoed.
„Nu jaagt de dood geen angst meer aan”, zongen we op Pasen. Maar daar hoort wel iets bij. „Die in het geloof op Jezus ziet…” Dat deed Paulus. Ook hij spotte met de dood, maar anders dan velen vandaag, die hun angsten lijken te overschreeuwen. De apostel wist dat Jezus de dood heeft overwonnen. Indrukwekkend is zijn getuigenis in 1 Korinthe 15. Hij daagt de dood op triomfantelijke wijze uit door hem te kijk te zetten. „Waar is je dodelijke angel? Waar je overwinning?” De dood is het lachen vergaan, maar dan moet hij je niet buiten Christus vinden, want dan zal het lachen een mens alsnog vergaan.