„Basisinkomen 2.0 verhoogt koopkracht”
Een basisinkomen levert meer koopkracht op voor mensen met lage en middeninkomens. Dat berekende het Nibud, het Nationaal instituut voor Budgetvoorlichting, in opdracht van de Vereniging Basisinkomen.
Die vereniging noemt deze vorm van basisinkomen, oftewel een vast bedrag per maand voor iedere Nederlander en ieder huishouden, ‘Basisinkomen 2.0’. In het traditionele basisinkomen is geen vast bedrag per huishouden opgenomen.
Als iedere volwassene maandelijks 600 euro ontvangt en ieder huishouden ook 600 euro krijgt, gaan bijstandsgerechtigden er tussen de 1 en 15 procent in koopkracht op vooruit. Voor mensen die het minimumloon verdienen, stijgt de koopkracht tussen de 15 en 50 procent. Modale inkomens krijgen tussen de 14 en 49 procent meer te besteden en bij huishoudens met tweemaal modaal stijgt de koopkracht met tussen de 4 en 34 procent.
De „zachte effecten” van een basisinkomen zijn volgens de Vereniging Basisinkomen niet meegenomen in het onderzoek. Volgens de vereniging is er bij een basisinkomen echter minder stress over geld en zijn er daardoor ook lagere gezondheidskosten. Verder zouden mensen gelukkiger zijn en zou er minder criminaliteit zijn.
Volgens de Vereniging Basisinkomen is dit basisinkomen 2.0 te betalen door alle uitkeringen te verlagen met 1200 euro. Voor huishoudens waar meerdere mensen een uitkering hebben, betekent dat wel dat zij erop achteruitgaan.
Ook verdwijnen er banen bij de uitvoering van het sociale systeem, wat geld oplevert voor de overheid. Fraude loont bovendien niet, denken de pleitbezorgers van het basisinkomen. In het plan worden ook de belastingschijven aangepast met een nieuw hoogste tarief van 72 procent, zoals dat ook voor 1991 bestond.