De Dow-Jonesindex noteerde kort na aanvang 0,3 procent lager op 26.472 punten. De brede S&P 500 zakte 0,3 procent tot 2896 punten en de technologiebeurs Nasdaq verloor ook 0,3 procent, tot 7972 punten.

Vliegtuigbouwer Boeing (min 1 procent) wist de aandacht op zich gericht. Met de productie van de Boeing 787 Dreamliner bij een fabriek in North Charleston is mogelijk veel mis. The New York Times schreef over problemen met productie en ook met het toezicht, die een potentieel risico vormen voor de veiligheid.

Oliedienstverlener Halliburton gaf een kijkje in de boeken. De Texaanse onderneming wist haar winst in het eerste kwartaal stevig op te voeren en werd beloond met een plus van ruim 2 procent. Ook de fabrikant van verzorgingsproducten Kimberly-Clark kwam met cijfers. De maker van onder meer Huggies en Kleenex had afgelopen kwartaal last van ongunstige wisselkoerseffecten, maar op eigen kracht gingen de verkopen wel omhoog. Het aandeel Kimberly-Clark ging bijna 5 procent vooruit.

Intussen lopen de spanningen tussen de Verenigde Staten en Iran duidelijk op, waardoor de olieprijzen in de lift zitten. De Amerikaanse regering wil bepaalde ontheffingen van de sancties met Iran niet verlengen. Nu mogen diverse landen, waaronder China, nog wel olie kopen in Iran maar die afspraken lopen begin mei af. Iran dreigt volgens Iraanse media daarnaast met het sluiten van de straat van Hormuz.