Buitenland
In het Franse Villers-Cotterêts groet iedereen elkaar nog

In de Franse plaats Villers-Cotterêts kan de uiterst-rechtse politicus Marine Le Pen op veel steun rekenen. De burgemeester is van haar partij. Toch zijn er nauwelijks spanningen met de immigrantenbevolking, zegt ook de van origine Congolese pastoor.

Mark Wallet

Een kleine stad die niet goed weet of ze nu bij het platteland behoort of toch nog niet helemaal. Met die rake typering omschreef het Franse tijdschrift Marianne enkele jaren terug Villers-Cotterêts, een stadje op zo’n 70 kilometer ten noordoosten van Parijs. Rondom de plaats liggen bossen en glooiend agrarisch landschap. Maar tegelijk is er een sterke band met Parijs: van de ongeveer 11.000 inwoners werkt een behoorlijk deel in en rondom de Franse hoofdstad. De trein doet er 50 minuten over naar hartje Parijs.

Villers-Cotterêts ligt er op een maandagmorgen kalm bij. Het stadje oogt doorsnee Frans: er is een centraal marktplein, met iets terzijde ervan de dorpskerk en het gemeentehuis. Ze staan, alle laïcité ten spijt, gebroederlijk naast elkaar. Iets buiten de bebouwde kom bevindt zich een groot kasteel– in de 16e eeuw als jachtslot gebouwd door koning François I.

In dit slot zette dezelfde koning in 1539 zijn handtekening onder het Edict van Villers-Cotterêts. De regeling heeft in Frankrijk een zekere faam: ze versterkte onder meer het centrale bestuur in Frankrijk door het Frans te bestempelen als leidende taal, ten koste van het Latijn én lokale talen en dialecten.

Burgemeester Frank Briffaut, is er trots op. „Het is de oudste Franse wetgeving die nog altijd geldend is”, zegt hij in de statige vergaderkamer van het gemeentehuis, waar één wand bijna over de volle lengte is gevuld met oude boeken vol wetten en bepalingen.

Dat het Latijn plaats moest maken voor het Frans kan op zijn volle instemming rekenen. Hij trekt de lijnen snel door naar het heden met een gloedvol betoog over de waarde van het Frans en andere cultuureigen uitingen. „Diversiteit is de rijkdom van Europa. Dus dat moet je bewaren.” Uit zijn mond zul je binnen de landsgrenzen bijvoorbeeld niet snel een Engels woord horen, benadrukt hij. „Als ik in Londen ben, dan doe ik mijn best. Maar hier klinkt er Frans”, zegt hij beslist.

Briffaut steekt niet onder stoelen of banken dat hij de Franse identiteit hoog heeft. Hij is lid van het Rassemblement National, de opvolger van het Front National, waarvoor hij al in 1977 actief werd. Zijn wortels liggen in een links milieu in Parijs, maar de knop ging voor hem om nadat hij had gediend in de Algerije-oorlog. Die leidde in 1962 na acht jaar strijd tot de onafhankelijkheid van Algerije, los van Frankrijk.

De partij van Marine Le Pen krijgt in Villers-Cotterêts veel handen op elkaar. In de eerste ronde van de presidentsverkiezingen in 2017 kreeg ze de steun van zo’n 35 procent van de bevolking en was daarmee absolute koploper. In de tweede ronde, waarin Le Pen het opnam tegen de huidige president Macron, behaalde ze bijna de helft van de stemmen. In de dorpen rondom Villers-Cotterêts is de steun nog groter: in Vauciennes, een dorp met nog geen 350 inwoners, behaalde Le Pen bijna 60 procent in de tweede ronde.

Slavernijherdenking

Briffaut versloeg zijn rivalen bij lokale verkiezingen in 2014 in een tweede ronde met een kleine 42 procent van de stemmen. Een deel van de bevolking zag de komst van de rechtse burgervader met argusogen aan. En ja, de eerste confrontatie liet niet lang op zich wachten. Toen inwoners op 10 mei 2014 traditiegetrouw de afschaffing van de slavernij wilden herdenken, liet Briffaut weten niet van de partij te zijn. Hij bedankte voor een oefening in „permanente zelfkastijding.”

Het schoot de ongeveer 300 participanten van de herdenking finaal in het verkeerde keelgat. „Weg met het Front National!”, riepen ze bij het standbeeld van de in Villers-Cotterêts geboren schrijver Alexandre Dumas, op steenworp afstand van het gemeentehuis. Briffaut reageerde laconiek met de opmerking dat dit precies de bevestiging was „van mijn gedachte dat het om een politieke manifestatie gaat.”

Het is inmiddels vijf jaar later en Briffaut zit nog altijd in het pluche. Hij voert geen uitsluitende politiek in zijn gemeente, maakt hij duidelijk. „Ik heb geen enkel probleem met de Marokkanen die hier wonen. Wat zeg ik: het zijn gewoon Fransen. Ze wonen hier al twee generaties, ze zijn geïntegreerd. Ik zeg alleen: hou je aan de regels, zoals iedere Fransman dat moet doen. Dat schept duidelijkheid. Maar het is hier geen dictatuur.”

Heel strak in het keurslijf van zijn partij zit Briffaut niet. In 2016 gaf hij bijvoorbeeld groen licht voor de komst van dertig asielzoekers in zijn gemeente, tegen de partijlijn in. „Ik gooi de deur niet dicht voor stakkers die vervolgd kunnen worden”, verklaarde hij.

Europa

Ook over Europa denkt Briffaut genuanceerder dan zijn Rassemblement National. „Ik ben heel Europees”, zegt hij. Met nadruk: „Heel erg.” Je zult hem dan ook niet voor een frexit, een vertrek van Frankrijk uit de EU, horen pleiten. Het nakende vertrek van Groot-Brittannië noemt hij „heel jammer” en „moeilijk”.

Dat wil echter niet zeggen dat hij staat te juichen bij de manier waarop Europa nu functioneert. Hij mist bijvoorbeeld een eenduidige, joods-christelijke, identiteit. „Die zou in één keer duidelijk maken dat een land als Turkije er niet bij hoort.”

Brussel moet wat hem betreft bovendien niet te veel macht naar zich toetrekken. „Wat lokaal kan, moet lokaal. Daar gaat het om. Hoor eens: de rijkdom van Europa is haar diversiteit. Die moet je niet onder het tapijt gaan vegen.”

De lokale tradities zijn nu juist ook de kracht van een stadje als Villers-Cotterêts, maakt de burgervader duidelijk. „Hier woont gemoedelijk volk”, zegt Briffaut. „De inwoners hechten aan familiewaarden en respect. Ze groeten elkaar op straat. Kom daar in Parijs maar eens om.”

De samenstelling van Villers-Cotterêts is divers: er wonen een paar oude families, maar er is ook veel import. Een deel werkt in de landbouw, maar daar zit de groei niet meer. Een zorg is dat veel jongeren uit de plaats vertrekken, naar steden als Parijs. „We hebben dringend werkgelegenheid nodig”, zegt hij.

De Franse bureaucratie zit veel economische initiatieven dwars, denkt Briffaut. „Dit land is extreem hiërarchisch, wat enorm vertragend werkt als ondernemers nieuwe initiatieven willen ontplooien. Er wordt in Frankrijk sterk statelijk gedacht. Wat dat betreft kunnen we nog veel van Nederland leren.” Met een lach: „Frankrijk is geen gemakkelijk land om te regeren.”

De beweging van de ‘gele hesjes’ begrijpt de burgemeester dan ook „volledig.” Ook in Villers-Cotterêts hebben ze een betoging gehouden, die veel volk trok. De burgemeester gaf eveneens acte-de-présence. „Er is hier veel sympathie voor de ‘hesjes’”, zegt Briffaut. „Er leeft grote frustratie over de stilstand in dit land. Er moet echt iets veranderen.”

Frustraties

Pastoor Georges Mbukamundele van Villers-Cotterêts herkent de frustratie bij de bevolking. „Je moet je voorstellen dat veel mensen vroeg in de ochtend naar Parijs vertrekken om te werken en weer laat thuiskomen”, zegt de in Congo geboren pater. „Maar ze komen elke maand weer tekort. Ze zien bovendien dat hun kinderen het niet beter krijgen. Als er dan ook nog eens extra belasting op benzine komt, ontstaan er bewegingen als de ‘gele hesjes’.”

Hij ontvangt in een uiterst sober ingerichte kamer in het grote parochiehuis, iets buiten het dorp. In de hoek staat een boekenkast, verder staat er enkel een grote tafel en wat stoelen. De parochie van Mbukamundele bestaat uit twintig dorpen, met evenzoveel kerken. „Ik ben de enige priester hier”, zegt hij. „Er is een groot tekort aan geestelijken.” Iedere zondag is er een dienst in Villers-Cotterêts, terwijl de dorpen het moeten doen met één vooravondmis per jaar. Op een gemiddelde zondag komen er zo’n 100 man naar de kerk, op hoogtijdagen minstens het dubbele.

Hij voelt zich welkom in het dorp. „De burgemeester is heel rechts, maar menselijk”, zegt hij. Mbukamundele waardeert het bijvoorbeeld dat de burgervader goed meedenkt over de vervanging van de kerkklok, die noodgedwongen zwijgt omdat de klepel gevaar oplevert. „En met bijzondere gelegenheden is hij altijd in de kerk. Hij is erg betrokken op de plaatselijke samenleving.”

Dat veel mensen uiterst-rechts stemmen, kan de pastor ergens wel begrijpen. „Het is een proteststem. Er zijn hier veel mensen die moeilijk rond kunnen komen.” Om hen te ondersteunen, runt zijn parochie een soort voedselbank. Mensen kunnen er ook terecht voor bijvoorbeeld een nieuwe jas, of bijlessen. Er is volgens Mbukamundele veel vraag naar.

Maar hij ziet ook dat dergelijke initiatieven structureel weinig oplossen. Het Rassemblement National belooft de mensen verandering. „Ze merken dat hun leven stilstaat en dat alle beloften van centrum-rechtse en centrum-linkse regeringen niets brachten.”

Ziekenhuis

De pastor is voorzichtig met een oordeel over een stem van zijn parochianen op het Rassemblement National. „Het verlangen naar een beter leven is niet onbijbels”, zegt hij na enige aarzeling. „Mensen brengen hun stem ook niet per se uit omdat ze iets tegen de immigranten als mensen hebben.”

Mbukamundele wil de stemkeuze van zijn kudde duidelijk niet te veel beïnvloeden. „Dat is in de gewetensvrijheid van mensen. Ik zeg wel: luister goed naar het Woord van God bij alle keuzes die je maakt, zeker ook bij verkiezingen. In de kerk probeer ik die woorden van God te vertolken.”

Die woorden raken volgens hem ook aan thema’s als immigratie. Hij loopt naar de boekenkast en pakt er een Bijbel uit. Er volgt een serie korte verwijzingen naar Bijbelverhalen die iets zeggen over vluchtelingen, zoals die over de vlucht van Jezus en Zijn ouders naar Egypte. Ook verwijst hij naar de vraag van de rijke jongeling: „Wie is mijn naaste?” „In het Oude Testament zou het antwoord geweest zijn: een andere Jood. Maar Jezus trekt de kring met de gelijkenis van de Samaritaan veel breder. Iederéén is je naaste, want ieder mens is geschapen naar het beeld van God.”

De pastor bladert tenslotte naar Mattheus 25 en begint het gedeelte over het laatste oordeel voor te lezen, over het herbergen van vreemdelingen en het voedsel geven aan hongerigen. „Dit is cruciaal”, zegt hij met nadruk. „Dit gedeelte helpt mensen ook niet te zeer gehecht te zijn aan materie. Het laat zien dat er belangrijkere dingen zijn: vrede met God en goede relaties tussen mensen.”

Maar dan neemt hij het toch weer voor zijn parochianen op. „Ik begrijp wel dat dit soort dingen moeilijk in de praktijk te brengen zijn als het leven lastig is. Kijk, ik bezocht gisteren nog een oude vrouw die moet wachten op behandeling in het ziekenhuis omdat ze de middelen niet heeft. Dat soort dingen, die zijn het probleem.”

Europa is in het licht van dergelijke problemen voor veel mensen vooral heel ver weg. „Je kunt zeggen dat er door de Europese Unie al decennia geen oorlog meer is. Maar het gaat de mensen om het concrete leven. Het belangrijkste is dat ze hier hun waardigheid terugkrijgen.”

Werkloosheid in regio erg hoog

Het Rassemblement National van Marine Le Pen is niet alleen in Villers-Cotterêts en omstreken populair, maar in grote delen van het departement Aisne. De presidentsverkiezingen van 2017 lieten forse winst voor de partij zien: in heel wat steden en plaatsen haalde die meer dan de helft van de stemmen. De meest gehoorde verklaring ervoor is de proteststem. „Ze willen dat de (politieke) mierenhoop een schop krijgt”, zei burgemeester Frédéric Mathieu van Saint-Gobain in 2017 in de krant La Voix over zijn burgers die op Le Pen stemden. In zijn plaats kreeg ze meer dan 51 procent van de kiezers achter zich.

De economische situatie is op veel plaatsen in Aisne moeilijk. Mede door de sluiting van enkele grote fabrieken is de werkloosheid de laatste jaren sterk gestegen. Zeker voor jongeren zijn er weinig perspectieven op een baan. Daarbij komt dat zeker in de kleinere plaatsen basisvoorzieningen als scholing en gezondheidszorg onder druk staan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer