Cultuur & boeken

Illustrator Mirjam Florijn brengt een tafereel terug tot de essentie

Heldere kleuren, omgeven door stevige lijnen. Mirjam Florijn vat het lijdensverhaal en het paasevangelie in prenten die doen denken aan stralend glas in lood. Zo hoopt ze de aandacht van jonge kinderen te vangen – zoals zijzelf gegrepen werd door de talloze kerken en kathedralen die ze in haar jeugd bezocht.

19 April 2019 10:47Gewijzigd op 16 November 2020 15:48
Haar tekeningen tellen niet meer personen dan nodig, en details sneuvelen regelmatig. Mirjam Florijn brengt Bijbelse taferelen terug tot de essentie. „Dus bestaat een menigte bij mij uit twee mensen.” beeld RD, Anton Dommerholt
Haar tekeningen tellen niet meer personen dan nodig, en details sneuvelen regelmatig. Mirjam Florijn brengt Bijbelse taferelen terug tot de essentie. „Dus bestaat een menigte bij mij uit twee mensen.” beeld RD, Anton Dommerholt

Een ster van houtsnijwerk heeft een plekje gekregen op de vensterbank. De figuur herinnert aan Kerst. Hij staat er fier, voor het raam van het karakteristieke huisje dichtbij station Hilversum, ook al is het inmiddels de Stille Week voor Pasen.

Mirjam Hoogendoorn-Florijn, die samen met haar man Corné, en de kinderen Louise (4) en Simon (1) het huis bewoont, is inmiddels in haar werk wél verdergegaan. Eind vorig jaar verscheen ”Een ster voor Jezus”, waarin ze het kerstverhaal vertelde. Recent maakte de 29-jarige auteur –die onder haar meisjesnaam publiceert– ”Een kroon voor Jezus”. Het laatste boekje droeg ze op aan haar zoon, het eerste aan haar dochter. Heel bewust, omdat zij de aanleiding was voor het ontstaan. „Het was bijna Kerst, drie jaar terug. Jezus was geboren! Iets heel bijzonders. Maar ik kon dat niet op mijn dochter overbrengen, ze was nog geen één.” Kinderbijbels die ze had voldeden niet, merkte de creatieve moeder. De illustraties waren te gedetailleerd of pastelkleurig. „Ze vingen niet de aandacht van mijn kind.”

Mirjam Florijn –dochter van kerkhistoricus Henk Florijn en zus van auteur Els Florijn– dacht terug aan de vakantie, toen ze met haar gezin buitenlandse kathedralen bezocht. Louise zat in de draagzak en keek ademloos naar het licht dat door de gebrandschilderde ramen viel. „Toen ben ik met heldere kleuren en zware lijnen aan de slag gegaan. Van begin af aan vindt mijn dochter de tekeningen mooi.”

Wie goed kijkt, ziet dat de illustrator doordachte keuzes maakt. Ze houdt van symboliek. Zo is het nog donker als Maria bij het graf staat. Als Jezus Zich laat zien, is de achtergrond wit en komt de zon op.

„Nee, kinderen zien die diepere laag niet. Ik doe het omdat ik het zelf mooi vind.” Om diezelfde reden maakte ze in de tekening van het laatste avondmaal een knipoog naar Da Vinci’s beroemde schilderij.

Het geweld in het lijdensevangelie kan kinderen bang maken, was uw ervaring.

„Ik merkte het aan mijn dochter. Ook bij andere Bijbelverhalen. „Maar Goliath was ook lief”, zei ze, als ik over David en Goliath las. Ik zag haar schrikken toen ik iets vertelde over Jezus’ lijden. Maria moest huilen, Jezus stierf, het was heftig.”

Dus wilde u het anders aanpakken.

„Ik ging op zoek in de Bijbel. Hoe vertelt God Zelf over Zijn lijden? De discipelen hielden van Jezus, dus het moet hen ook hebben geraakt. Het viel me op dat er altijd een bemoediging bij stond. Iets als: „Vrees niet, heb goede moed!”. Of er staat dat ze „kracht van boven” zullen krijgen.”

Die bemoedigingen inspireerden u.

„Ik doe iets vergelijkbaars in mijn boek. Als de soldaten bijna komen om Jezus gevangen te nemen, schrijf ik bijvoorbeeld: „Dapper zijn, Jezus!” Het hielp, merkte ik. Ik zag het gezichtje van mijn dochter veranderen. Ze kon als het ware meestrijden. Ze voelde aan: er komt nu iets heel moeilijks, maar het móet gebeuren.

In het Oude Testament praat God ook zo tegen Zijn volk. Mozes zegt tegen Hem: Ik ben traag, ik kan niet goed spreken. Dan zegt God: Ik ben met u, Ik sterk u.”

Of u Jezus afbeeldde was geen vraag. Wel hoe.

„Weglaten was voor mij geen mogelijkheid. Een kind van drie, vier jaar moet iets concreets hebben om naar te kijken. Bij ”Een ster voor Jezus” was het nog makkelijk: een baby is heel iconisch en ik hoefde toen geen echte keus te maken. Bij ”Een kroon voor Jezus” vond ik het belangrijk dat ik Hem afbeeldde als een sterk karakter, niet lievig, niet streng. Je kunt je voorstellen dat Hij met kracht sprak.”

Hoe ontstaat een illustratie?

„Ik begin met schetsen. Gaandeweg breng ik een tafereel terug tot de essentie, met maar weinig personen.” Lachend: „Een ‘menigte’ bestaat bij mij uit twee mensen.”

Geregeld stuit ze als tekenaar op problemen. „Als ik een goede compositie heb gevonden, blijkt bijvoorbeeld dat een deel van de tekening niet goed past. Of…” –ze mengt graag wat droge humor door haar woorden– „je dochter tekent er iets bij.”

Ze laat een vel zien waarop in kinderlijke lijnen een figuur is neergekrabbeld. In stijl, met een lang gewaad aan. „Ik vind zoiets niet erg. Het komt voort uit interesse.”

Elke plaat zet Mirjam Florijn eerst in potlood op papier. Daarna komen de zwarte lijnen. De illustraties die zo onstaan kleurt ze niet in. „Ik werk met alcoholstiften. Daarmee kun je heel mooi lagen aanbrengen, maar ze lopen erg uit. Het zwart zou zich dan met de kleuren mengen. Ik leg de platen op de lichtbak, met een nieuw vel erop. Zo ga ik inkleuren en als laatste zet ik de zwarte lijnen erover. Op de lichtbak lijkt zo’n tekening net echt glas in lood. Het is genieten om er zo mee bezig te zijn.”

De liefde voor glas in lood, voor kerken en historie zit natuurlijk in de familie.

„Mijn vader houdt erg van kerken en kathedralen. Hij nam mij en mijn broers en zussen altijd mee. Ik denk dat we alle kerken van Nederland hebben gezien. Hij ging er graag gewoon zitten. En kijken.”

In je leven liep je al vroeg tegen beperkingen aan. Ook toen waren er kathedralen.

„Toen ik zestien jaar was, kreeg ik MS. Ik was moe, had hoofdpijn, kon prikkels niet filteren. Maar als ik een grote kathedraal in liep werd het stil in mijn hoofd. Het gekleurde licht dat binnenviel was vriendelijk, de platen nodigden me uit om te staren. Het imposante interieur gaf me het gevoel dat God alles onder controle had. Ik begreep waarom mijn vader er graag zat.”

U ging de kunstacademie doen. Terwijl u het niet wilde.

Met humoristische ondertoon: „Nee, dat is allemaal mislukt. Ik wilde geen kunstenaar worden, ik wilde een ambacht beheersen. Ik begon met creatieve therapie, maar ik hield de studie niet vol door mijn ziekte. De kunstacademie lukte wel. Ook daar koos ik heel bewust voor een commercieel vak: illustreren. Wat ik heel mooi vind: de docent die mij tijdens mijn toelating beoordeelde zei dat het geloof mij interessante dingen zou kunnen laten doen. Het is nog uitgekomen ook. Dat zie ik wel als leiding van God.”

Hoe is het nu, qua gezondheid?

„Het gaat goed. Dankzij een dieet blijft de ziekte onder controle. Maar er is altijd kans op een terugval. In mijn hoofd loopt alles dan door elkaar heen. Of ik krijg tintelingen. Soms moet ik met een stok lopen.”

U zegt het breedlachend.

„Het heeft weinig zin er verdrietig bij te kijken. Met een stok lopen hééft toch ook iets grappigs? Ooit kreeg ik de prognose dat ik na tien jaar in een rolstoel zou zitten. Ik ben dankbaar dat dat niet is gebeurd. De vorm van MS die ik heb bestaat uit aanvallen en herstelperiodes. Ik ga ook niet snel bij de pakken neerzitten. Ik herinner me dat mijn moeder eens mijn kamer binnenkwam, ze was kleuterleidster. „Je fijne motoriek is aangetast”, zei ze. „Je grove werkt nog. Hier heb je papier en krijtjes. Ga maar tekenen.” Dat deed ik. En toen rechts niet meer lukte, schakelde ik over naar links. Daar had ik op de kunstacademie weer profijt van.”

Ofwel: alles bleek zijn nut te hebben.

„Ja, mooi hè?”

Een echte koning

Met ”Een kroon voor Jezus” wil Mirjam Florijn (1989) het verhaal van Jezus’ lijden en opstanding dicht bij jonge kinderen brengen. De toon is heel direct en de illustraties zijn door de duidelijke vormen en heldere kleuren ook voor de allerkleinsten geschikt.

De rode lijn in het boek is dat Jezus als Koning overwint. Het verhaal begint met de intocht, waarbij de mensen Jezus tot koning willen maken. Maar: „Alleen God kan Jezus koning maken.” Aan het slot van het boek gebeurt dat inderdaad. „Ik hoor niet op een ezel (…). Ik hoor niet aan een kruis. (…) Ik hoor ook niet in een graf”, zegt Jezus. Na Zijn opstanding wordt Jezus afgebeeld met een kroon op. „Nu is Jezus echt Koning!” eindigt het boek.

Inmiddels werkt de gedreven inwoonster van Hilversum aan een deel over hemelvaart en Pinksteren. „Ik weet nog niet of de uitgever interesse heeft, maar ik doe het voor mezelf, anders is het werk niet af.”

Naast haar illustratiewerk schildert en fotografeert Mirjam Florijn. Onder de naam Atelier Pauw werkt ze als grafisch vormgever. Ook geeft ze workshops, waaronder bible journaling.

Boekgegevens

Een kroon voor Jezus, Mirjam Florijn; uitg. KokBoekencentrum; € 12,99.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer