Straf voor jihadiste, maar niet terug naar cel
Een 23-jarige jihadiste uit Rotterdam is veroordeeld tot 1,5 jaar cel, waarvan een jaar voorwaardelijk, wegens deelname in Syrië aan de terroristische organisatie IS. Omdat ze al zes maanden in voorarrest heeft gezeten, hoeft verdachte Melis A. niet meer terug naar de gevangenis.
De rechtbank in Rotterdam sprak haar donderdag vrij van het voorbereiden van terreurdaden. De straf is daarom lager dan de 2,5 jaar cel waarvan tien maanden voorwaardelijk die het Openbaar Ministerie (OM) tegen haar had geëist.
A. ging in augustus 2016 via Turkije naar Syrië, haar geradicaliseerde vriend achterna. Ze woonden enige tijd in Raqqa, de hoofdstad van het IS-kalifaat. Daar kreeg ze een zoontje. Haar man sneuvelde bij een bombardement.
De rechtbank meent dat A. bewust naar IS-gebied is gegaan, maar niet om te strijden of samen met anderen terreurdaden te plegen. De jonge vrouw heeft wel een bijdrage geleverd aan IS met ondersteunende diensten, zoals de zorg voor man en kind, stelt de rechtbank.
De Rotterdamse kon met hulp van haar vader, die haar in Syrië ging zoeken, uit een Koerdisch opvangkamp komen. Na veel gedoe, zo zaten ze ruim twee maanden vast in de cel in het Koerdisch-Iraakse Erbil, kwamen ze in juli in Nederland terug.
A. en haar vader toonden zich blij na de uitspraak. A.’s advocaat vindt het belangrijk dat zij is vrijgesproken van de voorbereiding van terreurdaden. Hij waardeert het dat de rechtbank ook belang hecht aan de herstellende band van A. met haar nu ruim 1,5 jaar oude zoontje. De komende drie jaar moet A. zich aan vele voorwaarden houden, zoals toezicht van de reclassering en een contactverbod met extremistische lieden.
Het is het vierde vonnis tegen een vrouwelijke Syriëganger, onder wie Laura H.