Onverwachtse ontmoetingen in de Mensenbieb
Een voormalige bajesklant, een kloosterling, iemand met hersenletsel: op straat kom je hen niet snel tegen. Bij de Mensenbieb wel. Daar lees je mensen alsof het boeken zijn. Directeur Hermen Jan Rijks: „Ik wil de wereld een stukje beter maken.”
Het kan niet missen, deze zaterdagochtend in Veghel. Een groot spandoek met ”Leen een levend boek” lokt de nieuwsgierige voorbijganger naar binnen, de monumentale bibliotheek in. Waar een editie van de Mensenbieb plaatsvindt. Bezoekers kunnen twintig minuten praten met een ‘boek’ naar keuze.
In de hal begeleiden vrijwilligers de uitleningen. Het aanbod is divers deze dag: onder anderen iemand met niet-aangeboren hersenletsel, een burn-out, een angststoornis en iemand die transgender is.
Een uur eerder maken de verschillende ‘levende boeken’ informeel kennis met elkaar. De een komt voor het eerst, de ander loopt al jaren mee. Een zuster van de orde franciscanessen van Veghel is in gesprek met haar buurman Walter, die door een coma hersenletsel opliep. Aan de overkant praat Peter –homoseksueel– met Nathalie, die als jongen geboren werd.
Niemand lijkt zenuwachtig voor de ontmoetingen die vanmiddag zullen volgen. Niemand blijkt ook te weten met wie hij een gesprek zal voeren. Slechts een deel van de bezoekers reserveert van tevoren via de website van de Mensenbieb. De meeste mensen stappen spontaan binnen.
Elke deelnemer vertelt iets over zijn achtergrond. Overlap in onderwerpen is haast onvermijdelijk. „Ik zit hier voor verslaving, maar ik kan ook over burn-out vertellen”, meldt een rijzige man. „Daar hebben we al iemand voor”, roept Rijks.
Een vrijwilliger legt kort de regels uit. Iedereen zit op een vaste plek met een pleknummer en een naambordje, zodat bezoekers de juiste persoon kunnen vinden. Een gesprek duurt twintig minuten. En, niet onbelangrijk: „Als je naar de wc wilt, moet je jezelf even op pauze laten zetten.”
Grasduinen
Rond 13.00 uur zit iedereen klaar in de bibliotheek. Wie nog geen gesprek heeft, kan rustig grasduinen tussen de boeken.
Wilmie School (36) uit het naburige dorp Schaijk doet voor de tweede keer mee aan de Mensenbieb. De bloemiste lijdt sinds haar achttiende aan een angststoornis. „Ik was eerst bang om te moeten overgeven”, vertelt ze. „Daar ben ik gelukkig van genezen. Maar ik ben nog steeds bang voor plaatsen waar ik niet weg kan. Om in de file te komen, opgesloten te zitten, de controle te verliezen.”
Als gevolg van haar stoornis mijdt School het stuur van de auto. Vandaag heeft haar man haar gebracht. „Hij is er ook bij voor de morele steun”, lacht School. Het gesprek durft ze alleen aan te gaan.
Het dieptepunt voor School kwam na de geboorte van haar eerste kindje. „Na drie maanden stortte ik in. Ik kon niet eens meer alleen thuis zijn met mijn kind. Zo bang was ik dat ik hem iets aan zou doen.” Ze volgde therapie en inmiddels gaat het weer beter met haar.
Door zichzelf als levend boek te laten lezen, hoopt School op meer openheid rond angststoornissen. „Mensen zijn er vaak huiverig voor. Of denken dat de stoornis makkelijk op te lossen is. Door in gesprek te gaan, geef ik hun inzicht in een angststoornis.”
Tot nu toe heeft ze alleen maar positieve ervaringen gehad. „Vorige keer was ik in mijn eigen bibliotheek in Schaijk. Toen kwam een mevrouw naar me toe die dacht dat ze zelf ook een angststoornis had. Andere mensen waren gewoon nieuwsgierig.”
Succes
Rijks, directeur van de Mensenbieb, kijkt tevreden om zich heen. Hij is al jaren het gezicht van de organisatie in Nederland. „Ik organiseerde dialoogbijeenkomsten in Amsterdam. Mensen gingen daar met elkaar in gesprek over bijvoorbeeld geluk of religie. Toen ik de Mensenbieb ontdekte, was ik meteen enthousiast.”
Zijn eerste editie was als randevenement tijdens een symposium over kleding en religie in het Bijbels Openluchtmuseum (tegenwoordig Orientalis, MR). Een groot succes, volgens Rijks. „De deelnemers vonden de Mensenbieb interessanter dan het symposium. Bij ons konden ze een Joodse vrouw met een pruik daadwerkelijk spreken.”
Volgens hem zorgen de gesprekken ervoor dat mensen iemand ontmoeten die niet in hun bubbel zit. „Via sociale media komen we alleen in contact met soortgelijke mensen. Een gothic persoon (een subcultuur met een eigen (muziek)stijl, MR) uit Zuid-Chili raakt bijvoorbeeld in contact met een gothic uit Ierland. Maar zijn buurman, die niet gothic is, ontmoet hij niet.”
Met de ontmoetingen wil Rijks „de wereld een stukje beter maken.” „Dat inspireert mij meer dan veel geld verdienen.” Volgens de directeur confronteert de Mensenbieb mensen met hun vooroordelen. „Iedereen heeft direct een beeld bij een ander. Op zich is dat niet erg, maar als je iemand daarom zou afschrijven als hij komt solliciteren, is het een ander verhaal.”
Rijks en zijn team van vrijwilligers zoeken de levende boeken via allerlei organisaties: kerken, moskeeën, vluchtelingenorganisaties. „Meestal worden we uitgenodigd door een plaatselijke bibliotheek, de organisators van een festival of een andere vereniging. We proberen per keer nieuwe levende boeken aan te trekken. Als het in de plaatselijke bibliotheek plaatsvindt, kijk ik in eerste instantie naar mensen uit een vereniging, moskee of kerk om de hoek.”
Elk nieuw levend boek komt op kennismakingsgesprek bij een van de vrijwilligers of Rijks. Als het nodig is, volgt iemand een korte training. „Daar oefenen we met gesprekken voeren. Mensen leren zichzelf te presenteren en grenzen te stellen.” In een enkel geval trekt een levend boek zich daarna terug, aldus Rijks. „Ze komen er dan achter dat het toch niks voor hen is.”
Relevant
De directeur ontving nog geen negatieve berichten van levende boeken over vragen die te ver gaan. „Het gebeurt weleens dat een lezer alleen maar over zichzelf wil vertellen. Dan is het gesprek niet zo relevant. Maar er zijn bij mijn weten nooit kwetsende opmerkingen geplaatst.”
Sinds 2005 is de Mensenbieb in alle provincies geweest. In 2018 zijn tot nu toe twintig uitleningen geweest. Tot de zomer staan er tien gepland.
Sinds drie jaar kunnen ook scholen een beroep doen op de Mensenbieb, vertelt Rijks. „We zijn dan met een flink aantal levende boeken een dag lang op zo’n school. Leerlingen gaan alleen of in groepjes van maximaal vijf met de boeken in gesprek. „Dit is veel leerzamer dan school”, zeggen de kinderen vaak.”
Verslaafd
In de bibliotheek in Veghel zit Walter van Geffen (47) klaar voor zijn gesprek. De spraakzame inwoner van Oss is naar eigen zeggen „verslaafd” aan de Mensenbieb. Sinds april vorig jaar deed hij al diverse keren mee.
Van Geffen heeft door een ongeluk op achtjarige leeftijd twee maanden in coma gelegen. Daardoor liep hij onherstelbaar hersenletsel op. „Ik ben traag, kan dingen niet snel in me opnemen. En ik vergeet ook weer snel.”
Hij loopt tegen veel onbegrip aan. „Mensen zeggen soms: „Het is veertig jaar geleden, doe maar weer normaal.” Maar zo werkt het niet. Ik hoop dat ik door deze gesprekken het onzichtbare kan laten zien. Zodat mensen niet meteen oordelen.”
Zelf heeft hij nog nooit een ander levend boek geleend. „Tussen de gesprekken door spreken we elkaar wel. Soms heb je zeven reserveringen op een dag, soms maar twee.”
Ook deze middag zijn sommige levende boeken vooral met elkaar in gesprek. Het is de onzekerheid die bij de Mensenbieb hoort. Twee docenten hebben elkaar gevonden. Aan tafel met de vrouw die een ander geboorteland heeft, schuift net een bezoeker –met hoofddoek– aan.
Na afloop mag elke boekenlener een reactieformulier invullen. En wat neerkrabbelen in het gastenboek. Daar regent het superlatieven. „In de mooie Veghelse bieb, mooie ontmoetingen met mooie mensen”, staat er. Iemand anders schrijft: „Het is waardevol met elkaar in gesprek te gaan.” „De tijd is eigenlijk te kort.”
De Mensenbieb: voor het eerst in Denemarken
Het idee voor een bieb met mensen in plaats van boeken is in 2005 via Denemarken overgewaaid naar Nederland. In 2006 kreeg het initiatief de Nationale Innovatieprijs. Hermen Jan Rijks, de huidige directeur van de Mensenbieb Nederland, kwam in 2007 in aanraking met de Mensenbieb. Hij startte het jaar daarop diverse pilots, onder meer op festivals, symposia en in musea.
Het team van de Mensenbieb bestaat uit 25 vrijwilligers: communicatiemedewerkers, administratief medewerkers en bibliothecarissen. De laatsten zorgen ervoor dat een evenement van de Mensenbieb goed verloopt. Rijks krijgt als directeur een gedeeltelijke vergoeding.
De Mensenbieb heeft een bestand van ongeveer 200 levende boeken, variërend van transgender tot ex-crimineel. Per evenement worden er nieuwe boeken benaderd.
Van april 2018 tot april 2019 maakte de Mensenbieb een tournee langs alle provincies als onderdeel van de campagne ”Lees met andermans ogen!” van de Leescoalitie.