Column: Verduurzamen woning valt tegenwoordig goed te financieren
De energietransitie gaat erg veel geld kosten. Woningcorporaties, commerciële instellingen en ook de overheid verstrekken de consument ruime leningen – en die zijn nog best verantwoord ook.
Lenen kost geld, maar de besparing die een duurzamere woning oplevert weegt daar vaak tegenop. Dat is ook de reden dat de laatste tijd de financieringsmogelijkheden enorm zijn verruimd.
De belangrijkste redenen voor mensen om hun huis te willen verduurzamen zijn lagere energielasten en meer wooncomfort. Daarbij komt dat het goed is voor het milieu én dat de waarde van de woning stijgt.
Wat is er allemaal te koop op dit vlak? Heb je spaargeld, financier duurzaamheidsmaatregelen daar dan allereerst uit. Dat is vaak de goedkoopste manier. Maar niet iedereen heeft voldoende spaargeld of wil zijn buffer aanspreken.
Vergroening financieren kan ook via de overheid of via een commerciële instelling. Je kunt kijken of jouw gemeente de duurzaamheidslening aanbiedt. De landelijke overheid verstrekt de energielening. Dat zijn allebei vormen van consumptief krediet. Bij deze leningen is het van belang dat je een duidelijk plan –compleet met offertes– kunt laten zien. Heb je zo’n plan en is er geen aanleiding om aan je huidige hypotheek te sleutelen, dan is zo’n lening een prima mogelijkheid.
Bij vrijwel alle commerciële instellingen kan de consument inmiddels gebruik maken van het energiebespaarbudget. Hij kan dit gelijk bij het afsluiten van een hypotheek regelen. Vereist is alleen een realistische begroting, geen definitieve offertes voor de groene investeringen. Dit maakt het energiebespaarbudget veel flexibeler en beter te organiseren dan andere financieringen.
Verbouwingen voor verduurzaming zijn vaak het sluitstuk van de begroting van een huishouden. Mensen kiezen doorgaans liever voor een mooiere keuken dan voor bijvoorbeeld zonnepanelen. Met de huidige regelgeving is dat probleem opgelost. Op inkomen en onderpand kan extra geleend worden voor vergroening. Hoeveel iemand extra kan lenen is afhankelijk van de situatie. Wie kiest voor de flexibele vorm van het energiebespaarbudget, kan op zijn inkomen maximaal 9000 euro extra lenen. Is het inkomen voldoende, dan kan er op de woning 6 procent extra geleend worden. Bij een woning van 200.000 euro komt dat neer op 12.000 euro extra. Is er sprake van een energieneutrale woning, dan mag iemand 15.000 euro extra lenen en bij een nul-op-de-meterwoning zelfs 25.000 euro.
In dat laatste geval moet de hoofdaannemer een garantiecertificaat afgeven dat de energiemeter minimaal 10 jaar lang per saldo gegarandeerd nul aanwijst. In de praktijk is dit vaak een probleem en komt dit certificaat er niet. De huizenmarkt loopt nu zo goed, dat de woning ook wel wordt verkocht zonder certificaat. Op dit punt is er inmiddels een versoepeling gekomen en kan de eigenaar zonder certificaat nog steeds 15.000 euro extra lenen. De gedachte achter deze extra leencapaciteit is dat meer lenen hier verantwoord is, omdat de energielasten ook afnemen. Op deze manier zijn de hogere (hypotheeklasten op een verantwoorde manier op te brengen.
De auteur is Master of Financial Planning. Volgende keer schrijft hij in deze rubriek over subsidies bij vergroening. Suggesties of vragen? financieel@refdag.nl