Gewone wiet even naast ‘staatswiet’ bij proef
Coffeeshops die deelnemen aan het experiment met legaal geteelde wiet hoeven niet van de ene op de andere dag over te gaan op deze ‘staatswiet’. Illegaal en legaal verbouwde wiet mogen een paar weken naast elkaar in de schappen liggen, schrijft het kabinet aan de Tweede Kamer.
Het was aanvankelijk de bedoeling dat coffeeshophouders hun waar in één keer zouden vervangen. Maar zowel oppositie- als coalitiepartijen in de Kamer vrezen dat klanten dan uitwijken naar de zwarte markt om hun vertrouwde softdrugs aan te schaffen. Ook minister Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid en zijn collega Bruno Bruins voor Medische Zorg vinden een plotselinge overgang „niet realistisch”.
Het kabinet houdt vast aan de eis dat alle coffeeshops in een deelnemende gemeente moeten meedoen. Amsterdam maakt daartegen bezwaar, omdat dat voor de vele tientallen shops in de hoofdstad niet haalbaar zou zijn. En Amsterdam kan in het experiment niet ontbreken, vindt de stad zelf.
Ook grensgemeenten als Venlo zien hun wensen niet vervuld. De Limburgse stad wilde af van de regel dat alleen Nederlanders de staatswiet mogen kopen. De coffeeshops in Venlo trekken veel buitenlanders, en die zouden dan alsnog zijn aangewezen op clandestiene verkoop. Maar Grapperhaus en Bruins houden vast aan het zogeheten ingezetenencriterium voor deze gemeenten.
Burgemeesters krijgen een belangrijke rol in het experiment. Ze kunnen deelnemende coffeeshops tal van regels opleggen. Zo mag een coffeeshop in principe een voorraad aanhouden voor een week, waar dat nu nog een dag is. Maar de burgemeester mag ook dat beperken.
De proef duurt vier jaar, maar kan worden verlengd. Als het kabinet zo tevreden is over het experiment dat het helemaal wil overgaan op legale wietteelt, dan kan de proef nog anderhalf jaar doorlopen om de overgang te kunnen regelen.