Drukke en vieze oceaan doodt walvis
„De wil tot het behoud van walvissen en het mariene milieu is nog nooit zo sterk geweest”, concluderen de schrijvers van ”Walvissen. Verleden, heden en toekomst van de grootste dieren op aarde”. Een positief slot na de geschiedschrijving van het walvisdrama.
Gerco Verdouw
Hoe heldhaftig sommige kinderboeken de walvisvaart ook beschreven, het heeft de populatie walvissen uiteindelijk teruggebracht tot een fractie van de oorspronkelijke aantallen. Die commerciële jacht begon waarschijnlijk al in de elfde eeuw, zo noteren Philip Hammond, Sonja Heinrich, Sascha Hooker en Peter Tyack in hun recent verschenen overzichtswerk. In de Golf van Biskaje gingen Basken walvissen bejagen voor lampolie.
Zolang de walvisjagers relatief primitief te werk gingen, bleven de aantallen gevangen walvissen nog laag. De jagers benaderden hun prooi vanuit kleine bootjes, schoten een harpoen in de blubberlaag en pas na urenlange jacht kon het resultaat worden binnengehaald.
Dat veranderde toen de Noorse walvisjager Svend Foyn in 1863 een geweer met een explosieve harpoen op een stoomschip monteerde. De walvisjacht moderniseerde in snel tempo. In 1926 voer het eerste fabrieksschip naar Antarctica. Dit schip had een helling op het achterschip waarover de walvissen aan boord konden worden getrokken. Deze drijvende fabrieken waren in staat de walvissen veel efficiënter te verwerken dan een station aan land .De walvisjacht kon zo maandenlang ongehinderd op open zee doorgaan. Resultaat: in de zeventig jaar tussen 1910 en 1980 zijn er wereldwijd zo’n 3 miljoen walvissen gedood voor commerciële doeleinden.
Groeiende protesten leidde uiteindelijk in 1986 tot een verbod op de commerciële walvisvaart. Door mazen in de wet worden er nog steeds zo’n duizend walvissen per jaar gevangen, voornamelijk dwergvinvissen, gewone vinvissen, Noordse vinvissen en Brydevinvissen. „Voor grote groepen in de samenleving is de walvisvangst onacceptabel geworden”, zo schrijven de auteurs. Het ziet ernaar uit dat de jacht op walvissen binnen afzienbare tijd helemaal tot het verleden behoort.
Plastic
Dat wil niet zeggen dat de populaties vinvissen, potvissen en bultruggen weer gaan toenemen. Andere bedreigingen liggen op de loer. In 2016 strandden dertien potvissen aan de Noordzeekust van Duitsland. Vier hiervan hadden grote hoeveelheden plastic in hun maag, zoals een 13 meter lang garnaalnet, een plastic afdekplaat voor een automotor en een deel van een plastic emmer. Deze walvissen konden onderzocht worden omdat ze aanspoelden. De meeste soortgenoten gaan op zee dood en daar wordt niets van teruggevonden. Duidelijk is dat de zogeheten plasticsoep ook nadelige gevolgen heeft voor alle walvisachtigen.
Visnetten vormen ook een probleem voor walvissen. Uit recent onderzoek is gebleken dat 61 van de 75 momenteel erkende tandwalvissoorten en 13 van de 14 baleinwalvissoorten in visnetten verstrikt raken. Sommige komen ongedeerd vrij, maar de overgrote meerderheid gaat dood.
Walvissen hebben verder te maken met geluidsoverlast. In een oceaan zonder scheepvaart kunnen gewone vinvissen over een afstand van 5600 kilometer geluiden van elkaar opvangen. Zo weten vrouwtjes en mannetjes elkaar te vinden. Scheepvaart heeft deze afstand doen verminderen tot minder dan 1000 kilometer, en in zeer slechte omstandigheden zelfs tot minder dan 80 kilometer.
Die schepen zorgen ook voor dodelijke botsingen. Bekend is dat er elk jaar één noordkaper doodgaat als gevolg van een aanvaring met een schip. Dit lijkt weinig, maar op een populatie van 500 dieren is het relatief veel, ook omdat veel dodelijke aanvaringen niet gemeld of niet bekend zijn.
Wat betekent de klimaatverandering voor walvissen? Die is niet alleen negatief, zo wordt in het walvissenboek duidelijk. Door het smelten van ijs in de Noordelijke IJszee konden Groenlandse walvissen uit de Atlantische Oceaan hun soortgenoten uit de Stille Oceaan ontmoeten en met elkaar paren.
Tegelijkertijd betekent die ijsvrije waterweg ook meer scheepvaart, meer olieplatforms en meer visserij in de noordelijke streken. Dus ook meer aanvaringen met schepen, meer kans op olierampen en verstrikt raken in visnetten.
Het zijn de politici en de managers die de voor walvissen schadelijke menselijke activiteiten aan banden kunnen leggen, zo schrijven de auteurs. Daarvoor is het maatschappelijk draagvlak cruciaal. „Om invloed uit te oefenen en de veranderingen mogelijk te maken die nodig zijn om onze impact op de walvissen te beperken. Zodat de populaties zich kunnen herstellen en in gezonde mariene ecosystemen kunnen voortbestaan.”
Walvissen. Verleden, heden en toekomst van de grootste dieren op aarde, Philip Hammond, Sonja Heinrich, Sascha Hooker en Peter Tyack; uit. New Scientist; 192 blz.; € 45,-.