Nederlandse soldaat in de nieuwe wereld
Het gedicht dat de Joodse dichteres Emma Lazarus voor het Amerikaanse Vrijheidsbeeld maakte is wereldberoemd. Het is een aanklacht tegen het oude Europa dat de eigen kinderen kennelijk niet meer wilde verzorgen.
Lazarus dichtte: „Houd uw mooie lege praat, geef mij uw vermoeide, armoedige, samengedreven massa’s die vrij willen ademen, zend het ellendige afval van uw overdrukke kust, de thuislozen, door storm verdrevenen, naar mij. Ik hef een lamp op naast de gouden deur.”
Het beeld, dat zo gezichtsbepalend is voor de nieuwe wereld, werd pas in 1886 opgericht. Maar zouden de immigranten die enkele tientallen jaren eerder arriveerden ooit hebben kunnen vermoeden dat ze op weg waren om een nieuw leven op te bouwen in het beloofde land dat tussen 1861 en 1865 verscheurd zou worden door een burgeroorlog van ongekende omvang? Meer dan 600.000 mensenlevens zou deze broederstrijd kosten. Dat waren er meer dan het totale aantal van Amerikaanse soldaten die in alle oorlogen in de wereld buiten de Verenigde Staten –tot nu toe– het leven lieten. Het nieuwe vaderland, „het land van de dapperen en de vrijen”, zou voor vele nieuwe inwoners maar al te gauw angstig veel gelijkenis gaan vertonen met het oude Europa van de verdeeldheid, oorlogen en armoede, dat men achter zich had willen laten.
Nieuwkomers
In de decennia voorafgaande aan de burgeroorlog waren er ook ruim 20.000 Nederlanders onder de nieuwkomers. Het Engelse woord ”Dutch” werd soms aangezien voor de vertaling van ”Deutsch” –afkomstig uit Duitsland– zodat zeker niet alles wat ”Dutch” genoemd werd ook werkelijk uit Nederland afkomstig was. Godsdienstige repressie, armoede, maar ook het zoeken van geluk waren zoal de redenen waarom men in de Verenigde Staten een nieuw bestaan probeerde op te bouwen. De meeste Nederlandse immigranten kwamen in het noordelijke deel van de VS terecht, vooral in staten als Michigan en Iowa, waar ze soms onder leiding van afgescheiden predikanten hun eigen gemeenschappen vormden. Het betekende dat toen president Lincoln vrijwilligers vroeg voor zijn oorlog om de zuidelijke staten, die zich van de noordelijke wilden afscheiden, te dwingen bij de Unie te blijven, ook een beroep deed op Nederlandse mannen. De meeste van de ongeveer 700 Nederlandse soldaten die in de burgeroorlog gevochten hebben, behoorden zodoende bij de unionisten. Slechts enkelen waren er te vinden in het leger van de Confederatie van de zuidelijke staten.
Veldslagen
Schrijver Wim van der Giesen, die zich al enkele jaren bezighoudt met onderzoek naar dit onderwerp, geeft in zijn boek een goed overzicht van het verloop van de oorlog. Diverse zeer bloedige veldslagen passeren de revue. Zijn interesse is vooral gelegen in het wel en wee van de Nederlandse soldaten, zoals dat uit hun correspondentie valt op te maken. Hij heeft in zijn nauwgezet onderzoek een groot aantal namen gevonden, en vertelt soms kort iets van de persoonlijke omstandigheden. Het waren vaak maar gewone jongens, er waren nauwelijks Nederlanders in de hogere rangen te vinden. Al is er wel een legerarts, dr. Bernard van der Kieft, die in deze oorlog naam gemaakt heeft, en die ook uit Nederland afkomstig was. Overigens waren er naast de ”nieuwe Nederlanders” ook die Amerikanen van wie de Nederlandse wortels al enkele eeuwen verder teruggingen. Onder hen was bijvoorbeeld generaal Pete Longstreet (Langstraat), een van de belangrijkste generaals onder de zuidelijke generaal Robert E. Lee.
Het is ook het vermelden waard dat de afgescheiden ds. Albertus C. van Raalte, de stichter van Holland in Michigan, blijk gaf van grote sympathie voor Abraham Lincoln en diens strijd om het behoud van de Unie. Hij stimuleerde zijn zonen om zich als vrijwilliger te melden voor de strijd. Twee van hen, Ben en Dirk, gaven gehoor aan de oproep van hun vader.
De auteur heeft ons een waardevol overzicht gegeven van de geschiedenis van de Amerikaanse Burgeroorlog in het algemeen en de betrokkenheid van Nederlandse immigranten in het bijzonder. In Amerika is er een haast eindeloze hoeveelheid publicaties over dit historische trauma, dat wonderlijk genoeg toch de eenheid van de Verenigde Staten meer heeft gediend dan men zou verwachten. Na de burgeroorlog was er geen sprake meer van dat de staten –hoe verschillend er ook over vele zaken in noord en zuid werd en nog steeds wordt gedacht– zonder elkaar verder konden. In ons taalgebied is er niet zo veel over geschreven. Daarom is dit boek een waardevolle bijdrage om de geschiedenis van Amerika beter te kunnen verstaan, al had ik het wel aardig gevonden als er vanuit de persoonlijke getuigenissen van de Nederlandse soldaten iets meer van hun gevoelens en motieven zou zijn belicht dan nu het geval is. Bij alle waardering voor het vele onderzoekswerk blijft dit boek toch iets te veel steken in een overzicht.
Boekgegevens
Vechten voor het beloofde land. Nederlanders in de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865), Wim van de Giessen; uitg. Walburg Pers, Zutphen; 192 blz.; € 19,95.