Schatkamer in Buren
Met een expositie over stadhouder Willem V begon Museum Buren en Oranje deze maandag het nieuwe seizoen. Het museum is opnieuw ingericht. „Maar we weten nog steeds niet wat we allemaal hebben. De zolders liggen vol.”
Bordestrappen bieden toegang tot het voormalige raadhuis. Het museum werd hier in 1988 gevestigd door toenmalig SGP-raadslid D. J. Thijsen, die een paar huizen verderop woont. „Hij beheerde het bijna dertig jaar, grotendeels alleen”, zegt bestuurssecretaris A. J. G. Hogendoorn. Hij leidt rond in de hoge, oude zalen, een gangetje door, de houten trappen op. Hier liggen eeuwen historie voor het oprapen. „Willem van Oranje is hier geweest.” Buiten, aan de overkant van de straat, staat een beeld van hem, met zijn eerste vrouw en de twee kinderen die in Buren werden geboren.
Er is in het museum veel te zien, maar toch aanzienlijk minder dan tot voor kort. In elke ruimte wijst Hogendoorn het aan: „Hier stonden overal vitrines.” De bezoekers konden er maar net tussendoor. Ze konden er uren doorbrengen. Dat kan nog steeds, maar de inrichting is wel eigentijdser geworden. De meeste overgebleven vitrines zijn niet meer bomvol.
„’k Had al langer de gedachte eens wat voorwerpen uit vroeger tijden bij elkaar te brengen”, zei oprichter Thijsen tijdens een interview in 1990. Dat is meer dan gelukt: de afgelopen drie jaar heeft Hogendoorn 15.000 voorwerpen gefotografeerd en beschreven. „Zelf heb ik er nog meer; 19.000”, zegt hij nonchalant. „Ik ben de vijfde generatie die verzamelt. ’k Heb er een speciale schuur voor gebouwd.” Die staat in Maurik, waar hij woont. Tussen de bedrijven door is Hogendoorn voorzitter van de historische vereniging van Culemborg. En hier in Buren is hij nauw betrokken bij het Oranjemuseum.
Veel informatie die hij beschreef, zit ook in zijn hoofd. Bij de maquette van het vroegere kasteel van Buren: „Het was het grootste kasteel van Nederland.” Wijzend op een paar leeuwen: „Ons museum heeft zo’n 160 bouwfragmenten van het kasteel. Moet je zien hoe gedetailleerd alles werd uitgewerkt.”
Gedetailleerd is ook de kopie van de pronkbeker van Maximiliaan van Egmond die in een vitrine ronddraait. Het origineel bevindt zich in Veere. Er is ook een vitrine over de historie van Buren: borden van de omroeper, kleppers van de klepperman, vondsten uit de kasteelgracht.
Plofpop
De expositie over Willem V –in de Oranjezaal op de eerste verdieping– begint met zijn doopprent, met daarop het wapen van Buren. Daarnaast is er veel keramiek te zien. En een „loodzware” kast van Amalia van Solms, afkomstig uit het Burense kasteel.
De ruimte op de tweede verdieping is naar de oud-directeur genoemd: Jan Thijsenzaal. Ruime aandacht is er daar voor stadhouder-koning Willem III.
Hogendoorn wijst links en rechts op aardige elementen in het museum. Een kopie van de koningsmantel. „Soms horen we een plof. Dan zit er weer iemand aan die mantel, met als gevolg dat de pop eruit valt.” Op een kast staat het speelgoedpaardje dat prinses Juliana in 1913 van de Franse president kreeg. Er is een vitrine over het Wilhelmus. Aan de wand hangt het schilderij ”De Cavalcade rijtour” –Hollandse en Friese Nassaus te paard– dat het museum al vier jaar in bruikleen heeft. „Door crowdfunding proberen we het aan te kopen. Anders moet het volgende maand terug naar de eigenaar.”
Vrijwilligers
Het museum trekt 6000 bezoekers per jaar, en dat aantal groeit. „Vorig jaar hebben we voor het eerst hun herkomst geregistreerd”, zegt Hogendoorn. „De meeste bezoekers kwamen uit Zuid-Holland; Gelderland was tweede. Zeven procent kwam uit het buitenland. Er kwam een bus Argentijnen, en ook een groep van de christelijke hogeschool in Taipei, in Taiwan.”
Er zijn dertig vrijwilligers, en de meesten zijn ouder dan 70. Sommigen zetten zich al 30 jaar in. „We zoeken extra vrijwilligers.”
In december komt koning Willem-Alexander naar Buren. Hij is de 23e graaf van het Betuwse stadje. In het museum kan hij een jasje zien dat hij als klein kind droeg volgens de foto die ernaast staat.
Kerstkaarten
Volgend jaar is Buren 625 jaar stad. Van 1 april tot 6 mei wordt er dan een tentoonstelling gehouden over de Oranjes in de Tweede Wereldoorlog, vanwege 75 jaar Bevrijding. Vervolgens krijgt de historie van Buren alle aandacht.
De plannen voor 2021 zijn ook al bekend: een expositie van koninklijke kerstkaarten, onder het thema ”Groeten uit het paleis”. „We hebben onlangs een leuke schenking van Juliana’s kerstkaarten gekregen. Daar moeten we echt iets mee.”
Het museum krijgt veel. Wat dubbel is, gaat naar de Grote Oranjebeurs, die op 6 april voor de twaalfde keer wordt gehouden in zalencentrum De Prinsenhof.
>>museumburenenoranje.nl