Olieprijzen naar nieuwe hoogtepunten
De prijzen van ruwe olie zijn woensdag verder gestegen naar nieuwe hoogtepunten. In de eerste elektronische handel voor Amerikaanse olie werd een prijs van 44,28 dollar genoteerd voor een vat van 159 liter, enkele dollarcenten meer dan de recordhoogte die dinsdag was bereikt. Later op de dag kwam de notering van Brent–olie uit de Noordzee op 40,96 dollar, het hoogste peil in bijna veertien jaar.
Dinsdag sloot Brent voor levering in september op de termijnmarkt in Londen op 40,64 dollar. De vorige piek van Noordzee–olie, 40,95 dollar, werd bereikt op 10 oktober 1990. Toen waren de oliemarkten in de ban van de crisis, die was ontstaan door de Iraakse inval in Koeweit.
Een combinatie van oorzaken veroorzaakt momenteel een sterke opwaartse druk op de prijzen. Daarbij gaat het om de spanningen in het Midden–Oosten en in het bijzonder in Irak, de problemen rond het Russische olieconcern Yukos en de grote vraag uit hardgroeiende landen als China, India en de Verenigde Staten.
Ook is er een gebrek aan aanbod. De Organisatie van Olie–Exporterende Landen (OPEC), die goed is voor bijna 40 procent van de wereldproductie, gaf dinsdag aan dat ze niet op korte termijn extra olie op de markt kan brengen. Wel zal het kartel op zijn ministersvergadering van 15 september praten over maatregelen om de prijzen omlaag te drukken, zo verklaarde woensdag OPEC–voorzitter Yusgiantoro.
Saoedi–Arabië heeft nog ruimte om de productie te vergroten, maar Yusgiantoro weer erop dat het enkele maanden duurt voor die kan worden benut. Toch ziet de OPEC–voorzitter mogelijkheden voor zijn organisatie om de prijzen omlaag te brengen. De OPEC hanteert een streefmarge voor zijn prijzen van 22 tot 28 dollar per vat, maar deze week kwam het gemiddelde van soorten uit de aangesloten landen voor het eerst boven de 39 dollar. Noordzee–olie en Amerikaanse olie zijn duurder, omdat die van betere kwaliteit zijn.