Column: Dienen als diaken in Singapore
Het is zwart met wit. En het hangt in een boom. Dat was een grapje dat gemaakt werd toen ik klein was. Het antwoord? Een trosje kerkenraad. Hoe flauw eigenlijk, maar we lachten er toch besmuikt om.
De kerkenraad was een orgaan dat altijd ver bij me vandaan stond. Letterlijk – als je op de galerij zat en in de verte kwam een lange rij mannen de kerk binnenlopen. De diakenen zag je collecteren. Het was verbazingwekkend hoe snel de collectezakken de kerkzaal door konden, doordat men zes zakken tegelijk door het schip liet gaan.
We komen niet uit een ‘kerkenraadsfamilie’. Het direct contact met ambtsdragers is in mijn herinnering beperkt tot het jaarlijkse huisbezoek, waar meestal toch een bepaalde formaliteit omheen hing. Het kwam dichterbij als kerkenraadsleden ook leraar op school waren, of dirigent van het plaatselijke koor. Of als ze de jeugdvereniging bezochten, en ‘zomaar’ een ongedwongen gesprek aangingen.
Voor mijn vrouw was dat anders. Haar opa was jarenlang ouderling en maakte diepe indrukken in haar leven. Toen hij ging sterven, riep hij zijn kleinkinderen op niet verdrietig te zijn, maar psalmen te zingen. Nu onze dochter van twee met steeds vastere stem ”God heb ik lief” zingt, schiet dat nog regelmatig door me heen.
Opa’s liefde voor de Heere ging gepaard met humor en een praktische kijk op het leven. Op een warme zomerdag vroeg hij zijn vrouw na de morgendienst de mouwen van zijn overhemd te verwijderen, want het was niet gebruikelijk om het jasje tijdens de dienst uit te doen. Zijn vrouw verwijderde de mouwen en opa was klaar voor de volgende dienst. Juist die dag besloot een ander de gewoonte te doorbreken door na het gebed zijn jasje uit te trekken. Anderen volgden al snel. Daar zat opa. Sommigen dachten misschien: wat een degelijke man. Maar oma wist wel beter.
Ondertussen zijn de tijden veranderd. Ik had het ouderlijk huis al geruime tijd verlaten toen mijn eigen vader tot het diakenschap werd geroepen. Op afstand kreeg ik het nodige mee over hoe dat zijn betrokkenheid bij het gemeenteleven veranderde. Als kerkenraadslid word je veel vaker geconfronteerd met de gebrokenheid van het leven. Met de grote worstelingen die dat met zich mee brengt: wie ben ik dat ik dit mag (of moet) doen? En te midden van de ‘heilige’ en soms zeer bemoedigende aspecten zijn er zoveel praktische zaken die geregeld moeten worden. Collectezakken managen is daarbij slechts een peulenschil.
Dat realiseerde ik me nog meer toen ik zelf een aantal jaar geleden in Singapore tot diaken werd verkozen. Het is een liefdedienst die gepaard kan gaan met diepe vreugde. Maar het brengt ook diepe vragen met zich mee. Waarom ik? Waarom hier? Dienen te midden van een cultuur waar hiërarchie en indirectheid hoog in het vaandel staan, brengt specifieke uitdagingen met zich mee. De mensen zeggen nooit direct wat ze van iets vinden, dus je moet vaak langs een omweg of via anderen horen hoe het zit. Ik ervaar het als een grote zegen met regelmaat advies aan mijn vader te kunnen vragen. De geografische afstand helpt in zekere zin om onder het ambtsgeheim geanonimiseerde casuïstiek aan elkaar voor te kunnen leggen.
Toen een paar weken geleden mijn broer (ik wilde schrijven broertje –hij is twaalf jaar jonger dan ik– maar dat nam iemand me na een eerdere column niet in dank af) in zijn Leidse gemeente tot diaken werd gekozen, was het hele mannelijk deel van ons gezin plotseling kerkenraadslid. Drie kerkverbanden, drie leeftijdscategorieën, maar een en dezelfde roeping en vaak dezelfde twijfels en vragen.
Binnen en buiten Nederland zijn er ongetwijfeld verschillen in het werk van een diaken. Maar de overeenkomsten zijn groter: goed van God spreken in woord en daad, onder de mensen zijn, en alle praktische barrières voor de Evangelieverkonding wegnemen. Als u vindt dat het uw kerkenraad hieraan schort: bid ervoor. En laat het de kerkenraadsleden persoonlijk weten. Met of zonder humor. Als ze beetje mans zijn, kunnen ze een gepaste grap (al dan niet kleurig) best aan.
De auteur is als adjunct-directeur en universitair docent betrokken bij een academisch ziekenhuis in Singapore.