Kinderboek over de Tweede Wereldoorlog
Rebekka heeft een Joodse vader en een niet-Joodse moeder. Daarom hoeft ze zelf geen Jodenster te dragen. Toch vindt vader het veiliger als Rebekka en haar moeder onderduiken. Vanaf dat moment wordt het verhaal van Rudy verteld, een vriendje van Rebekka, die Rebekka’s vader wil helpen in zijn antiquariaat.
Schouten is voor dit verhaal geïnspireerd door een vrouw die met haar dochters concentratiekamp Bergen-Belsen overleefde. Bij terugkomst in Nederland woonden er mensen in hun huis.
Voor kinderen die nog weinig weten over de Tweede Wereldoorlog is ”Huisroof” een gemakkelijk leesbaar verhaal. De soms heftige geschiedenis wordt zakelijk beschreven, waardoor het verhaal op afstand blijft: „Bij het station is het druk. Honden. Huilende mensen. En veewagens op het perron.” De emoties bij de hoofdpersonen ontbreken. Daarom is het vaak lastig om echt met hen mee te leven.
Aan het eind van het boek maken we nog twee sprongen in de tijd. Eerst naar Rebekka, die met haar moeder in Kamp Westerbork zit. Het laatste hoofdstuk wordt weer vanuit Rudy verteld, die Rebekka in oktober 1945 ontmoet.
Schouten wil haar lezers ook een boodschap meegeven. In het nawoord schrijft ze: „Er gebeuren nog steeds erge dingen. Terwijl God wil dat we Hem eren en onze naaste liefhebben en naar Zijn geboden leven.” Het verhaal van Rebekka en Rudy is dan ook vooral dienstbaar aan deze boodschap.
Boekgegevens
Huisroof, Ada Schouten-Verrips; uitg. Gebr. Koster; 102 blz.; € 8,95.