Apple omlaag op vrijwel vlak Wall Street
De aandelenbeurzen in New York bleven maandag dicht bij huis. Beleggers op Wall Street waren enigszins terughoudend door zorgen over de afzwakkende wereldeconomie en keken opnieuw naar de handelsgesprekken tussen China en de Verenigde Staten. Techreus Apple kondigde een aantal diensten aan en een eigen creditcard, maar dat kon beleggers niet bekoren.
De Dow-Jonesindex sloot 0,1 procent hoger op 25.516,83 punten. De brede S&P 500 daalde 0,1 procent tot 2798,36 punten en technologiegraadmeter Nasdaq ging eveneens 0,1 procent omlaag tot 7637,54 punten.
Deze week onderhandelen de Verenigde Staten en China verder over een handelsakkoord. China lijkt evenwel niet van plan op alle Amerikaanse eisen in te gaan. De Chinezen zouden extra zekerheden willen over de afbouw van invoerheffingen. Ook digitale handel is naar verluidt een twistpunt. Daarnaast verwerkt Wall Street het nieuws dat tijdens de Amerikaanse presidentscampagne van 2016 geen sprake was van een heimelijke samenspanning tussen het campagneteam van Trump en Rusland. De president vindt dat hij „volledig is vrijgepleit” nu de belangrijkste conclusies van het rapport van speciaal aanklager Robert Mueller naar buiten zijn gebracht.
Apple kondigde zijn langverwachte videostreamingdienst aan, hoewel die pas dit najaar beschikbaar komt. Ook presenteerde het techconcern een abonnementsdienst voor tijdschriften, een abonnementendienst voor games en een eigen creditcard. Apple werd 1,2 procent lager gezet.
Nike won 0,2 procent ondanks een boete van 12,5 miljoen euro van de Europese Commissie voor het sportartikelenbedrijf. Volgens EU-commissaris Margrethe Vestager (Mededinging) verbood het bedrijf licentiehouders om producten waar Nike de exclusieve rechten van heeft, zoals spullen van FC Barcelona, in het buitenland of online te verkopen.
Chemiebedrijven als 3M, DowDupont en Chemours verloren tot 4,5 procent. De staat New Jersey wil dat die bedrijven gaan betalen voor het opruimen van gelekte chemicaliën.
De euro was 1,1312 dollar waard, tegen 1,1314 dollar bij het slot van de Europese beurzen. Een vat Amerikaanse olie daalde 0,1 procent in prijs tot 58,98 dollar. Brent werd 0,4 procent duurder op 67,27 dollar per vat.