„Moslim leren kennen uit ontmoeting”
Geloof in de ene Schepper bindt christenen en moslims. Maar is Allah dan dezelfde als God, de Vader van Jezus Christus? Is het gesprek tussen christenen en moslims over de godsvraag wel mogelijk? De vragen stonden zaterdag centraal op een studiedag van de lezerskring van Kontekstueel.
Het blad Kontekstueel, uitgaande van de vereniging Ph. J. Hoedemaker, hield in Utrecht haar jaarlijkse conferentiedag, onder de titel: ”De islam: een dreiging?”
Islamoloog dr. H. Jansen zei dat de islam zeker elementen in zich heeft die door fundamentalisten kunnen dienen om geweld te rechtvaardigen. Daarom kan geweld niet als randverschijnsel van de islam worden gezien, aldus Jansen, wijzend op een vers uit de koran waar nadrukkelijk staat dat „strijden is voorgeschreven.” „Vanaf 1900 voerde men vooral strijd tegen regeringen in moslimlanden die niet nauwkeurig de islamitische regels in de wetgeving handhaafden. In de visie van de terrorist Osama bin Laden zijn de Verenigde Staten vijand nummer één, omdat de gematigde islamitische landen door de VS worden ondersteund.”
Dr. Jansen pleitte ervoor de islam als godsdienst en het islamitisch fundamentalisme als politieke ideologie scherp te blijven onderscheiden. Een ideologie kan -in tegenstelling tot een godsdienst- wel bestreden worden. Jansen betreurt het dat er weinig waardering leeft voor christenen in het Midden-Oosten die onder de enorme islamitische druk staande zijn gebleven.
Dr. Toby Howarth stelde de vraag of Allah dezelfde is als de Vader van Jezus Christus. In zijn dagelijkse omgang met moslims speelt die vraag geen enkele rol, zei Howarth, missionair werker van de IZB in Rotterdam Delfshaven. Terwijl op elke gemeenteavond over de islam juist deze vraag bijna een obsessie is geworden. Volgens Howarth is het zoeken naar de overeenkomsten tussen beide godsdiensten vruchtbaarder. Daarna kan bepaald worden of die overeenkomsten belangrijk genoeg zijn om hetzelfde woord voor God te gebruiken. Howarth stelt dat de visie op de islam en de moslims altijd gekleurd is door de eigen ervaringen van dat moment. In dit verband noemde hij ook de negatieve visie van Hanna Kohlbrugge. Haar scherpe veroordelingen moeten bezien worden vanuit haar persoonlijke negatieve ervaringen in Iran, denkt Howarth. Hij heeft moeite met de rol die haar publicaties op dit moment spelen. „Na de elfde september zoekt men ferme antwoorden. Die vindt men in de boeken van Hanna Kohlbrugge. Maar bij haar staat de theologie te veel in dienst van de politiek. Typeringen van Allah als „god van nul” en „afgod” zijn in de huidige situatie schadelijk voor het gesprek met moslims. Het is beter de moslim te leren kennen uit echte ontmoeting, door bijvoorbeeld het lezen van getuigenissen van bekeerde moslims. Wie deze leest, moet wel erkennen dat moslims al een relatie met de Schepper hadden voor hun bekering. De ontmoetingen met christenen zouden moeten dienen dat ze een ’echte’ relatie met God als hun Vader zouden krijgen”, aldus Howarth.
Dr. H. M. Vroom stelt de islam gelijkwaardig aan het christendom. Volgens de godsdienstfilosoof aan de Vrije Universiteit aanbidden christenen en moslims dezelfde God. „Mohammed is geen valse profeet, maar wel een buitenbijbelse profeet.” Een christen, aldus Vroom, kan erkennen dat de koran een verslag is van Mohammeds ervaringen met God. „Deze tegemoetkoming in het gesprek met de medegelovige moslims is geen onbeperkt relativisme. We moeten de toewijzing van het heil maar aan God Zelf overlaten. In de dialoog met de islam mag de kerk zich niet door politiek geweld laten bepalen. Het belangrijkste is dat moslims een correct beeld van christenen krijgen, en omgekeerd.”