Tientallen gemeenten tellen anders
Zodra de stembureaus dicht zijn, begint het tellen van de stemmen. In 279 gemeenten gaat dat op de ouderwetse manier: de tellers kijken woensdagavond hoeveel stemmen de partijen hebben gekregen en hoeveel stemmen elke kandidaat heeft gekregen. Er zijn 76 gemeenten die het anders aanpakken, met een experiment dat centraal tellen wordt genoemd.
Bij centraal tellen wordt op de verkiezingsavond alleen geteld hoeveel stemmen elke partij heeft gekregen. Dan ligt er een voorlopige uitslag. Op donderdag telt een nieuwe, frisse ploeg in alle rust hoeveel voorkeursstemmen er zijn uitgebracht. Dat moet fouten helpen voorkomen.
Onder de 76 deelnemende gemeenten zijn Rotterdam, Den Haag, Zwolle, Groningen, Enschede, Maastricht, Zoetermeer, Leeuwarden, Zaanstad, Heerlen, Deventer, Breda en Assen.
Bij de gemeenteraadsverkiezingen vorig jaar deden 22 gemeenten mee aan het experiment. Vier jaar eerder telden vijf gemeenten centraal bij de lokale verkiezingen.