Concreet bewijs dat er een plan is voor een terroristische aanslag of dat de voorbereidingen daarvoor bezig zijn, is er niet. „Niets van wat wij horen is nieuw. Waarom zijn wij tot dit alarmniveau gegaan? Dat weet ik nog steeds niet", zei een hoge politiefunctionaris tegen The Washington Post.

The New York Times meldde dat veel van de informatie die vrijkwam na de arrestatie van een computerexpert van al–Qaeda dateerde van voor de aanslagen van 11 september 2001. Door de krant geraadpleegde overheidsfunctionarissen zeiden er niet zeker van te zijn dat al–Qaeda nog steeds bezig is met observaties voor het plannen van aanslagen.

De Amerikaanse minister voor Binnenlandse Veiligheid, Tom Ridge, erkende dinsdagmiddag impliciet dat de informatie deels oud is, maar hij tekende wel aan dat „terroristen" nog in januari van dit jaar financiële instellingen observeerden. „We hebben geen aanwijzingen voor recentere observaties. We weten evenwel ook dat al–Qaeda aanslagen goed en langdurig voorbereid", aldus Ridge. Hij bezocht dinsdag in New York een financiële instelling waarop terroristen het gemunt zouden hebben.

De burgemeester van New York, Michael Bloomberg, verklaarde tegen de zender NBC dat de verhoging van het terreuralarm geen overtrokken maatregel is geweest. Hij zei ook, net als een woordvoerder van Ridge, dat de regering–Bush geen politiek spelletje speelt met het terreuralarm. Critici van Bush hebben gezegd dat de president met het oog op de lopende verkiezingscampagne de bevolking opzettelijk angst wil inboezemen. In zo’n klimaat zou hij beter uit de verf kunnen komen als een daadkrachtig staatshoofd dat de burgers beschermt tegen het internationaal terrorisme.