Kleine uitslagen Wall Street in afwachting Fed
De aandelenbeurzen in New York zijn dinsdag met zeer beperkte koersuitslagen gesloten. Beleggers op Wall Street volgden de ontwikkelingen rond de Chinees-Amerikaanse handelsgesprekken en keken uit naar het rentebesluit van de Federal Reserve woensdag. De Amerikaanse koepel van centrale banken is begonnen aan zijn tweedaagse beleidsvergadering.
De Dow-Jonesindex eindigde 0,1 procent lager op 25.887,38 punten. De brede S&P 500 was vlak op 2832,57 punten en de technologiegraadmeter Nasdaq steeg 0,1 procent tot 7723,94 punten.
Sommige Amerikaanse handelsambtenaren zouden bezorgd zijn dat China tegengas geeft aan de Amerikaanse eisen in de gesprekken. De Amerikaanse minister van Financiën Steven Mnuchin en handelsgezant Robert Lighthizer gaan volgende week naar Peking voor handelsoverleg. Volgens president Donald Trump verlopen de onderhandelingen met China goed.
De Fed schoof tijdens zijn vorige beleidsvergadering in januari verdere renteverhogingen op de lange baan. Beleggers zijn benieuwd naar de uitleg van Fed-president Jerome Powell. En dan met name of hij ook nu weer een afwachtende toon zal aanslaan.
Boeing (plus 0,3 procent) bleef in de belangstelling staan vanwege het 737 MAX-vliegtuig, dat vrijwel wereldwijd aan de grond staat na twee crashes in enkele maanden. De vliegtuigmaker zou te veel invloed hebben gehad op de goedkeuring van de toestellen door luchtvaarttoezichthouder FAA.
Google-moeder Alphabet klom 1,2 procent. Google heeft zijn eigen streamingdienst voor games gelanceerd. Ook was er overnamenieuws. Vastgoedreus Jones Lang LaSalle (min 1,6 procent) neemt kapitaalmarktdienstverlener HFF over voor 2 miljard dollar.
Verder kon Walmart (plus 0,2 procent) weer op aandacht rekenen. De Britse supermarktketen Sainsbury belooft de prijzen te verlagen om alsnog goedkeuring te krijgen voor een overname van de Britse Walmart-dochter Asda. Eerder had de Britse mededingingsautoriteit CMA laten weten dat het moeilijk zou worden om concurrentiebezwaren te overwinnen.
De euro was 1,1355 dollar waard, tegen 1,1356 dollar in Europa. De prijs van een vat Amerikaanse olie zakte 0,4 procent tot 58,85 dollar en Brentolie daalde licht tot 67,47 dollar.