Vlinder
Het was een heerlijke dag. De zon strooide zijn stralen uit over het schoolplein. Daar, in de tuin van de school, stond een klas kinderen. Dicht bij elkaar. Ze keken naar beneden. Heel stil was het.
Twee meisjes zaten op hun hurken bij een glazen bak. „Toe maar”, zei de meester, „laat hem maar gaan.” Een van de meisjes gaf voorzichtig een tikje. Het hielp niet. „Nog maar een keer”, moedigde de meester aan. Een duwtje. En daar ontvouwden zich voorzichtig de vleugels.
De kinderen joelden. De hele groep rende erachteraan. De brutalen voorop. De verlegen kinderen erachteraan. Hun handen in de lucht. Hun gezichten geheven naar boven.
De vlinder koos het wijde luchtruim. Fladderde vrolijk naar boven. De kinderen tuurden zolang ze het kleine beestje zagen. Verwonderd. „Hoe heette deze ook alweer?” vroeg er een. „Een koolwitje”, zei de meester. „Kom, we gaan weer naar binnen.”
En ze luisterden naar de stem van de meester. Zochten hun plekje op in hun lokaal. Hun thuishaven. De meester die een rups meenam. De vlinder. Het loslaten. Ze zouden het nooit vergeten.
Het plaatje van de verwachtingsvolle kindergezichten nestelde zich op mijn netvlies. De joelende stemmen trilden nog lang na op mijn trommelvlies. Ik kon het niet vergeten. En mijmerde. Waarom hield ik zo van dit vak? Wat was nou het geheim van deze meester?
Het beeld van de vlinder fladderde weer binnen. Deze meester onderwijst niet alleen. Hij geeft zijn rupsjes een veilige plek. En genoeg voedsel. Hij zorgt ervoor dat ze kunnen groeien. Hij biedt een plaats om ze in hun cocon te laten kruipen. Als ze het even niet meer zien zitten. Een plekje om heel stil als een pop te dromen. Maar hij bereidt ze ook voor om hun vleugels uit te vouwen. Om naar boven te mogen vliegen. Naar de blauwe lucht. Waar boven Hij woont, over Wie hij hun elke dag vertelt.
De krantenkoppen schreeuwen. Leerkrachtentekort. De scholen roepen. Jufs en meesters te weinig. Het doet me pijn. De wereld van het onderwijs huilt.
Minister zijn. Of opperbevelhebber van een leger. Of hoogleraar. Dat zijn pas banen. Die namen staan pas in de krant. Maar onderwijzer? Te min? Te onaantrekkelijk? Een van de mooiste beroepen. Waar zijn ze? De ministers van veiligheid van de klas? De opperbevelhebbers van het kinderleger? De hoogleraren van de basisschool? Kom, ga voor die klas. Misschien is het de Meester wel Die je roept.