Vonne van der Meer maakt van vinden levenskunst
Vinden en gevonden worden, daar draait het om in de nieuwste roman van Vonne van der Meer. Met ”Vindeling” voegt ze een opmerkelijk boek toe aan haar oeuvre. Een roman waarin ze maatschappijkritiek niet schuwt.
Meteen op de eerste bladzijde valt de lezer in de kerstsferen. Een gebochelde vrouw hoort midden in de nacht op straat babygehuil. Nieuwsgierig als ze is, zoekt ze uit waar het geluid vandaan komt. Dan vindt ze een kindje, achtergelaten in een container.
Wie is die vrouw die een kind redt omdat ze gelooft dat dit haar enige kans is om moeder te worden? Jutka Horvath, als kind met haar moeder uit Hongarije gevlucht ten tijde van de Hongaarse Opstand (1956) en hoofdpersoon van ”Vindeling”.
Als deze Jutka als jong meisje een krokodillenleren damestas vindt en deze via een oproep terug kan geven aan de eigenaresse, besluit ze van vinden haar leven te maken. Ze wordt een vindeling: niet iemand die gevonden wordt maar iemand die vindt.
De naam ”Jutka” doet in het Nederlands aan ”jutter” denken. En dat is Jutka: ze vindt de meest uiteenlopende dingen op straat en brengt ze terug naar de rechtmatige eigenaar. Op die manier ontmoet ze allerlei mensen; ontmoetingen waarvan ze uitgebreid verslag doet in haar aantekeningenschrift. In ”Vindeling” komen die eigenaars zelf ook aan het woord, door korte verhalen in ik-perspectief.
Tragikomisch
Van der Meer schetst meer dan een zoektocht naar fysieke zaken: ”Vindeling” is een ontroerend verhaal van een vrouw in haar zoektocht naar een eigen identiteit. De relatie met haar vader –die achterbleef in Boedapest– speelt daar een grote rol in. Jutka verwijt hem dat hij vrouw en dochter liet gaan om zelf bij een andere vrouw te kunnen zijn. Opmerkelijk genoeg krijgt de vader zelf ook het woord in de roman. Om zich te verantwoorden voor zijn keuzes.
Jutka’s straatstrooptochten staan symbool voor een verlangen naar iets wat het banale overstijgt: de liefde. Die zoektocht heeft bij tijd en wijle iets tragikomisch. Bijvoorbeeld als Jutka een aanplakbiljet ziet over een verdwenen hond en denkt dat de eigenaar van het dier haar geliefde zal worden wanneer ze het beest heelhuids terug kan brengen.
Steeds is het de bochel die roet in het eten gooit. Is het niet omdat de mannen met wie ze omgaat de vergroeiing bij nader inzien toch niet kunnen negeren, dan wel omdat Jutka zelf uit angst niet kan geloven dat iemand van haar houdt zoals ze is. Die angst geldt niet alleen haar potentiële liefdespartners; ook haar vader speelt hierin een vernietigende rol. „Ik wil je niet ontmoedigen, Jutika, maar met die rug kun je de bühne niet op, hoe aardig je ook zingt”, zegt hij halverwege de roman.
”Vindeling” is een coming of ageroman, een genre waarin de ontwikkeling tot de volwassenheid centraal staat.
Tussen de regels door staat flinke maatschappijkritiek. Over Hamid, een Algerijn met wie Jutka tijdens haar werk als au pair in Parijs kort een relatie heeft, staat dat hij zich in de schoenenwinkel „onderdanig” gedraagt, „alsof hij de verkooster om een gunst vroeg.” En dat in Parijs juist „lange dunne zwarte mannen met lange dunne takkenbezems” de stoepen en goten schoonvegen, is niet toevallig.
Moederschap
Van der Meer baseerde dit boek op een ontmoeting met een meisje dat haar tas gevonden had. Het verdient bewondering hoe ze zich met een enkele gebeurtenis kan inleven in een personage en er een geloofwaardige geschiedenis omheen bouwt.
De vele raamvertellingen hebben als nadeel dat de personages slechts aangestipt worden. De lezer blijft bij het lezen van intermezzo’s soms met vragen zitten.
Ondanks al haar zoektochten bereikt Jutka niet wat ze het liefst had gewild: het moederschap. Zo heeft ze uiteindelijk toch niet gevonden wat ze zocht.
Vindeling, Vonne van der Meer; uitg. Atlas Contact; 235 blz., € 19,99.