Economie

„Met mooi weer loopt het hier storm”

Met een brede glimlach op zijn bezweet gezicht slaat Hennie Schaap de zonaanbidders gade. Ze verspreiden zich langzaam maar zeker over het strand van Katwijk. „Juli was niks, maar met een beetje mooi weer loopt het hier storm.”

Marcel ten Broeke
3 August 2004 09:28Gewijzigd op 14 November 2020 01:29
KATWIJK AAN ZEE – Hennie Schaap voor ”Het Strand”, een van zijn twee strandpaviljoens aan de Katwijkse kust. Op de achtergrond de voor deze badplaats karakteristieke strandcabines. Foto RD
KATWIJK AAN ZEE – Hennie Schaap voor ”Het Strand”, een van zijn twee strandpaviljoens aan de Katwijkse kust. Op de achtergrond de voor deze badplaats karakteristieke strandcabines. Foto RD

Het Nederlandse zomerweer is dit jaar pas laat op gang gekomen. De laatste dagen is het behoorlijk heet. Een flinke portie zon in de maanden juli en augustus is voor de meeste strandpaviljoenhouders van levensbelang.

Recht voor het karakteristieke witte kerkje van Katwijk aan Zee ligt ”Het Strand”, een van de twee strandtenten van Hennie Schaap. „Strandpaviljoens”, zo zegt hij zelf. En met recht. Binnen waan je je eerder in een luxueus restaurant dan in een houten gebouw op het strand. Ook het menu straalt klasse uit. Met sierlijke letters staat met krijt op een bord geschreven dat er vandaag kreeft wordt geserveerd.

Na zeventien jaar in verschillende toprestaurants te hebben gewerkt, zei Schaap in 1994 het koksleven vaarwel en waagde hij samen met zijn vrouw de sprong naar het ondernemerschap. Dit verliep zo voorspoedig dat het echtpaar Schaap vijf jaar geleden een tweede strandpaviljoen kocht. ”Zomers” ligt direct naast ”Het Strand”.

De eerste helft van de zomer van 2004 heeft de eigenaren van de strandpaviljoens weinig plezier opgeleverd, in tegenstelling tot de aanhoudend zonnige zomer van 2003. Toch maakt Schaap zich niet druk, hij heeft over klandizie niet te klagen. „Wij zijn niet uitsluitend van het strandpubliek afhankelijk, maar we hebben ook een restaurantfunctie. Zelfs bij regenachtig weer komen mensen bij ons eten. En terwijl ze in de zomer hooguit een sateetje nemen, verkopen we met regenachtig weer vooral driegangenmenu’s.”

De meeste Katwijkse strandpaviljoens zijn van maart tot november geopend. Na deze periode worden alle vijftien paviljoens die de Katwijkse kust rijk is, afgebroken. Eindelijk rust? „Niet echt. Zo’n pauze van vier maanden heb je echt nodig. Je hebt tijd nodig voor onderhoud. Bijna alles is hier van hout en geloof me, daar gaat veel verf op, bijna 700 liter. Verder probeer ik nieuwe ideeën voor het komende jaar vorm te geven. Voor je het weet is het al weer tijd om het paviljoen op te bouwen.”

Op een mooie zomerse dag hebben Schaap en zijn vrouw veertig tot vijftig medewerkers nodig om beide paviljoens draaiende te houden. In ”Het Strand”, dat binnen aan 135 en buiten aan 180 personen plaats biedt, staan dan vier medewerkers in de keuken en twaalf in de bediening. „Vier man doen de vaat. Ja, we hebben een vaatwasser. Een strandpaviljoen heeft vaak meer personeelsleden dan een gemiddeld restaurant, mensen verkijken zich daar nogal eens op.”

Schaap zelf is in de drukte, behalve eigenaar en manager, vooral manusje van alles. „Ik spring bij waar nodig, het ene moment sta ik aan de afwas en het andere moment ben ik aan het bedienen.”

Behalve in de paviljoens is er ook op het strand zelf personeel aanwezig. Vier zogenaamde strandjongens houden alles nauwlettend in de gaten en regelen de verhuur van cabines, ligstoelen en windschermen.

Vooral de vrolijk gekleurde strandcabines zijn in Katwijk immens populair. Schaap verhuurt er 240. Houten hokken, pakweg 2 meter hoog, 1 meter breed, 1 meter diep, met de opening richting duinen geplaatst. Een houten plank tegen de achterwand is te smal om fatsoenlijk op te zitten. Een doek voor de opening biedt nauwelijks privacy.

„Ze zijn echt kenmerkend voor Katwijk. De meeste verhuren we aan mensen uit het dorp, ze gaan vaak van vader op zoon.” De Katwijkse ondernemer kan de populariteit van de strandcabines zelf nauwelijks plaatsen. „Laatst belde er een Duitser. Of hij erin kon slapen? Nee, dat kon niet. Kon hij zich er dan misschien in omkleden? Ook niet. Er in zitten dan? Helaas. Bijna wanhopig vroeg de man ten slotte wat hij er dan wel mee kon. Ervóór zitten, antwoordde ik.”

Op het warme strand, onder de brandende zon, houdt Kees van Beelen een oogje in het zeil. Ter afwisseling leeft hij zich van tijd tot tijd op het water uit met een smetteloos witte speedboot. Regelmatig helpt hij zijn zwager Hennie met onderhoud aan de twee paviljoens en de cabines.

Zelf zou hij ook graag een strandpaviljoen openen. „Maar je zit met zondagswerk, hè? Je kunt het niet maken om zo’n restaurant op zondag ineens dicht te doen.” Hij kiest ervoor elke eerste dag van de week naar de plaatselijke hervormde kerk te gaan. „Ik werk zes dagen.” Volgens Van Beelen kunnen badgasten zich in Katwijk nog redelijk ongegeneerd het strand bezoeken. „Op de 500 vrouwen liggen hooguit een of twee Duitse dames topless.”

Dit is het eerste deel in een zomerse serie. Komende donderdag deel 2.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer